Na de Champions League-kwartfinale tussen Real Madrid en Bayern München (4-2 na verlenging) is de discussie rond videoarbitrage weer opgelaaid. Door meerdere dwalingen van de Hongaarse arbitrage pleiten veel mensen weer voor de introductie van de videoref. Hoewel de FIFA met diverse voetbalbonden druk bezig is om deze introduceren, lijkt dit voor 2018 nog niet het geval te zijn.

"Ik heb de momenten teruggekeken en dat is best even slikken", zegt Mike van der Roest, die bij de KNVB de functie van projectleider Videoarbitrage bekleedt, in gesprek met de NOS. "Ik schrik niet omdat de arbitrage zo slecht was, want deze buitenspelsituaties zijn echt niet waar te nemen. Daar zijn camera's en software voor nodig...", stelt Van der Roest, die daarom benadrukt dat de scheidsrechters hulp nodig hebben.

Er gaat ongelofelijk veel geld om in de Champions League, waardoor arbitrale fouten enorm kostbaar kunnen zijn. Toch kan de videoscheidsrechter niet van het ene op het andere moment ingevoerd worden. "De FIFA heeft met alle voetbalbonden een traject afgesproken. Dat betekent tot en met 2018 testen. Tot die tijd zal er niets veranderen. Er wordt veel getest. Wij gaan volgend seizoen meer bekerwedstrijden doen. En vanaf seizoen 2018-2019 alle eredivisiewedstrijden", aldus Van der Roest. Ook wordt er internationaal steeds meer getest.

Het is nog onzeker of de videoref daadwerkelijk in 2018 zijn intrede zal maken. "Vergeet niet dat het behoorlijk wat voorbereidingen vergt. Trainingen en dat soort zaken. Een extra scheidsrechter. Er zijn gewoon een hoop mensen nodig."