Bayern München heeft ook haar eerste wedstrijd na het vertrek van Carlo Ancelotti niet weten te winnen. Op bezoek bij Hertha BSC (met Karim Rekik in de basis) gaf andermaal een 2-0 voorsprong weg. De landskampioen speelde daardoor weer met 2-2 gelijk.

Er leek weinig aan de hand voor Bayern, want na tien minuten was het raak dankzij het centrale duo. Jérôme Boateng gaf voor, waarna Mats Hummels de bal met het hoofd richting de verre hoek verlengde. Kort erop leek Hertha terug te kunnen komen via een strafschop, maar de videoscheidsrechter besliste dat er geen overtreding was gemaakt. Verder waren de kansen voor de bezoekers via Javi Martínez en Robert Lewandowski.

De Pool maakte na rust zijn kans wel af en Bayern leek op rozen te zitten. Maar net als vorige week tegen VfL Wolfsburg gaf Der Rekordmeister een 2-0 voorsprong weg. Ondrej Duda en oud-Feyenoord Salomon Kalou zetten binnen een paar minuten de wedstrijd op zijn kop. Kort nadat Willy Sagnol Arjen Robben na de kant haalde zag de ploeg bovendien Franck Ribéry geblesseerd uitvallen.

Hertha, dat midweeks nog een slechte beurt maakte in de Europa League tegen Östersunds FK, gaf ondanks dat er nog een halfuur te spelen was weinig weg. Bayern had moeite de verdediging van de hoofdstedelingen te doorbreken. Lewandowski kreeg in de slotminuut nog een kopkansje, maar deze verdween naast het doel.