Nico-Jan Hoogma gelooft dat Nederland er weer (snel) bovenop kan komen als voetballand. Volgens de Heracles Almelo-directeur moet er bijvoorbeeld meer en harder getraind worden en moet er kritisch gekeken worden naar hoe trainers worden opgeleid bij de KNVB.

"We moeten meer trainingsuren op het veld maken en ook daarnaast meer arbeid leveren", vindt Hoogma tegenover Tubantia. "Je ziet nu dat sommige spelers direct na de training naar huis gaan. Maar het zou beter zijn om, naast de veldtraining, meer tijd en ruimte voor andere dingen te nemen. Dan denk ik aan videoanalyses, massages, behandelingen, gesprekken, specifieke krachttraining."

Een groot verschil waarin Nederland anders is dan andere landen, zit hem bijvoorbeeld in de trainingsdiscipline tijdens interlandweken. "In Nederland krijg je drie of vier dagen vrij, om even op adem te komen. In het buitenland trainen ze gewoon hard door met de overgebleven spelers. Bij ons is dat de afgelopen jaren al beter geworden, je merkt ook dat spelers er zelf meer mee bezig gaan. We werken eraan, maar er zit nog veel meer ruimte in."

Uiteindelijk kan de Eredivisie wel weer stappen in de goede richting maken, denkt Hoogma. "We moeten ons blijven afvragen wat we kunnen doen. Is de opleiding van trainers goed? Wat doen we met de jeugd? Het is het totaalpakket. Het valt of staat ook met de nieuw aan te stellen technisch directeur van de KNVB en degene die de verantwoordelijkheid krijgt over de jeugd. Feit is dat het grote geld regeert en talent uit Nederland vertrekt. Maar alles wat hier blijft, moeten we beter kunnen maken."