Column: Laat de tranen van Ter Mors op de voetballers druppelen

15 februari 2018, 15:08   Bijgewerkt: 15 februari 2018, 23:53

Erben Wennemars deed woensdagavond, zo ongeveer voor het eerst in zijn leven, iets dat heel Nederland ook wilde doen. De in tranen geroerde medaillewinnaar Jorien ter Mors een welverdiende en liefdevolle knuffel geven. Een arm om haar heen slaan. Uit troost, liefde én trots. Het was psychisch, lichamelijk en mentaal namelijk een wereldprestatie die ze heeft geleverd tijdens de Olympische Spelen. Een prestatie die recht uit haar hart kwam en waarover ze geëmotioneerd, kwetsbaar vertelde.

Een kippenvelmoment zoals je die in de voetballerij eigenlijk niet meer treft. "Het eeuwige van niets iets maken", zo omschreef Marcel van Roosmalen tijdens het jaarlijkse NSP-diner voor sportjournalisten het optekenen van wedstrijdreacties na voetbalduels. Een constatering die hout snijdt, zeker als je het vergelijkt met het openhartige interview met Ter Mors. Menig voetballer zegt na een wedstrijd namelijk minder dan Fred Teeven tijdens de bonnetjesaffaire. En veel van wat ze uitkramen na een duel is meestal samen te vatten in één woord: niets.

Eerst laten ze het journaille ontzettend lang wachten. Nabeschouwen met spelers, praten met ploeggenoten, uitgebreid douchen, het haar nauwkeurig in de plooi doen en als allerlaatste in dat rijtje staat het gesprek met de pers op het programma. Tenminste, als de heren niet ruim verloren hebben en niet met hun verkeerde been uit bed zijn gestapt. Dan maken ze een rondje door de mixed zone, waarbij ze kritische journalisten als het even kan mijden. Komen ze niet? Niemand die ze erop aanspreekt. Het merendeel van de perschefs grijpt niet in als spelers, ook tegen de afspraak in, naar huis gaan of voortijdig richting de bus gaan. 

En als ze dan eindelijk tegenover je staan, moet je de woorden vaak uit hun mond trekken. Met een perschef in je nek, die hijgt dat het allemaal wel erg lang duurt met je vragen, moet je in de schaarse minuten die je hebt door middel van creatieve vragen, smeken, complimentjes geven en doorzetten hopen op wat uitspraken die niet cliché zijn en bruikbaar voor een leuk verhaal.

Natuurlijk: de media-aandacht neemt toe en niet iedereen vindt het even prettig om geïnterviewd te worden. En na een zeperd is het best moeilijk om een goed, positief verhaal te houden. Maar gewoon netjes, beknopt antwoord geven op de vraag van een verslaggever is in elk geval beter dan om de hete brei heendraaien, boos worden of je in nevelen hullen in antwoorden waar niemand iets van snapt. Gewoon laten zien wie je bent, wat er door je heengaat en hoe je je voelt, maakt je menselijk. Iets dat je, op de positieve uitzonderingen (bijvoorbeeld Matthijs de Ligt en Guus Til) amper ziet. In de harde voetbalwereld lijk je kwetsbaarheid, emotie niet te mogen tonen.

Maar wat als voetballers wél hun kwetsbaarheid zouden tonen? Hakim Ziyech intens blij als hij een prachtig afstandsschot maakt. Tonny Vilhena in tranen nadat hij de fout maakt waaruit Manchester City de winnende scoort in de Champions League. Memphis Depay schaterend over de grap die iemand over zijn hoed maakt. Emoties tonen. En wie weet als voetballers dat doen, dat heel Nederland de spelers weer in de armen sluit, zoals Wennemars deed bij Ter Mors. Gewoon oprecht zijn. Er is in de sportwereld weinig mooiers dan dat.

Door: Nathan Sprey

Reacties

Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Inloggen