FC Barcelona is voor de 25ste keer in de clubhistorie landskampioen geworden. Dat de Catalaanse club de landstitel zou veroveren, stond al een tijdje vast. De vraag was alleen nog wanneer dat zou gebeuren. Zondag was het zover: door de 2-4 zege bij Deportivo La Coruña is Atlético Madrid op een onoverbrugbare achterstand gezet.

Al vroeg in de wedstrijd kwam de ploeg van trainer Luis Enrique op voorsprong door een doelpunt van Philippe Coutinho. Op aangeven van mede-topaankoop Ousmane Dembélé schoot de Braziliaan raak. Via Lionel Messi liep Barcelona vervolgens uit naar 0-2, waardoor de wedstrijd voor rust al beslist leek te zijn.

Niets bleek minder waar: het Deportivo van Clarence Seedorf vocht voor wat het waard was en knokte zich terug naar 2-2. Vlak na Messi's doelpunt maakte Lucas Pérez de aansluitingstreffer, daarna scoorde Emre Colak. Messi nam Barcelona daarna bij de hand, scoorde twee keer en completeerde daarmee zijn hattrick. De Argentijn heeft nu één competitiedoelpunt meer gescoord dan Liverpool-ster Mohamed Salah (31).

Degradatie

De nederlaag tegen Barcelona betekent voor Deportivo La Coruña de definitieve degradatie. Het team van Seedorf kan niet meer uit de degradatiezone klimmen en zal volgend seizoen in de Segunda División uitkomen.