Willem van Hanegem heeft zich afgelopen weekend gestoord aan de klassenjustitie in de Eredivisie. Volgens De Kromme waren de scheidsrechters van Ajax en PSV een stuk soepeler voor de topclubs, dan voor diens opponenten. Daarom kon hij zich wél vinden in de rode kaart voor Robin van Persie. "Daarmee onderscheidde Serdar Gözübüyük zich behoorlijk van zijn collega's."

Dat schrijft hij in zijn wekelijkse column in het Algemeen Dagblad. "Waarom stuurde Pol van Boekel in Sittard niet gewoon Lasse Schöne van het veld met een tweede gele kaart? Die eerste kaart voor hem was misschien te makkelijk gegeven, maar bij de overtreding kort voor tijd had Van Boekel opeens niets gezien", zag Van Hanegem. De Deen werd gespaard en kreeg geen tweede gele kaart. "Dat is gewoon omdat Schöne bij Ajax speelt, want in het shirt van Fortuna had hij 'm wel gekregen, denk ik zomaar."

In Breda gebeurde precies hetzelfde, want Nick Viergever kwam volgens hem wel heel makkelijk weg met een handsbal in het zestienmetergebied. "Viergever neemt de bal slecht aan, maakt dan hands en zorgt dat de spits van NAC geen kans krijgt en komt ermee weg. En ­Higler hoefde de beelden niet eens meer terug te kijken, hij zag er gewoon niets in. Onvoorstelbaar. Maar de topclubs komen er blijkbaar mee weg."

Dus kon het Feyenoord-icoon zich wel vinden in de beslissing van Gözübüyük om RVP een rode kaart te geven na een onhandige tackle. "Ik heb het een paar keer goed teruggekeken en ik denk dat er wel iets viel te zeggen voor de beslissing. Dat kan Van Persie vervelend vinden, dat snap ik wel. Maar we moeten ook blij zijn dat een scheidsrechter in het stadion van een grote club een impopulaire beslissing durft te nemen."