Juventus heeft vrijdagavond een zwaarwegende overwinning geboekt op Internazionale. In eigen huis had de ploeg van Massimiliano Allegri het zeker niet eenvoudig, maar won het dankzij een rake kopbal van Mario Mandzukic wél. Daardoor blijft Juve ongeslagen en is de voorsprong op achtervolger Napoli voorlopig elf punten, terwijl Inter op vijftien punten achterstand is gezet.

Met dertien overwinningen en één remise was Juventus uitstekend aan het Serie A-seizoen begonnen, toch hield Internazionale in de eerste helft keurig stand in Turijn. De ploeg die PSV komende dinsdag weer treft in de Champions League was wel iets minder sterk dan Juventus, maar kreeg wel de grootste kansen. Matteo Politano raakte met een harde poging de paal, terwijl Mauro Icardi niet veel later rakelings naast schoot.

Cristiano Ronaldo, hij kreeg voor het duel de prijs voor beste speler van de afgelopen maand in de Serie A, was redelijk onzichtbaar. Wel stelde de Portugees Paulo Dybala in staat om voor rust al de score te openen, maar zijn kopbal vloog over het doel van Samir Handanovic. Stefan de Vrij zag alles overigens vanaf de bank toe: hij bleef negentig minuten op de kant.

Zonder De Vrij werd Juventus na de pauze steeds sterker, zonder dat het overdreven grote kansen kreeg. Na ruim een uur voetballen gaf João Cancelo een afgemeten voorzet op Mandzukic, die bij de tweede paal van dichtbij raak knikte. Inter drong in de vier minuten extra tijd nog wel aan, maar scoorde - ondanks een kans voor Lautaro Martinez - niet meer en reist met een nipte nederlaag terug naar Milaan, waar het PSV dinsdagavond ontvangt. Juventus blijft nog altijd ongeslagen en kan rustig achterover leunen om te kijken wat Napoli tegen Frosinone doet.