Door twee incidenten in korte tijd werkte Jean-Paul Boëtius zichzelf naar de uitgang van Feyenoord. Achteraf vindt de huidige speler van Mainz beide acties niet slim. In de voorbereiding weigerde de aanvaller na een oefenduel met Fenerbahçe te trainen met de wisselspelers, waar hij er een van was. In de competitieopener tegen De Graafschap kreeg hij een rode kaart en raakte de maat vol.

Boëtius bleef die oefenwedstrijd op de bank zitten en had geen trek in de aansluitende training. "Ik begreep gewoon niet dat ik helemaal naar Turkije was gevlogen voor een oefenwedstrijd waarin ik niet in actie hoefde te komen", vertelt hij in het Algemeen Dagblad. Giovanni van Bronckhorst zette Boëtius terug naar Jong Feyenoord en deelde een boete uit. "Achteraf was het natuurlijk ook niet slim van mij, ik had gewoon moeten gaan trainen. Ik ging verkeerd om met mijn gevoel van teleurstelling."

In de verloren wedstrijd tegen De Graafschap maakte Boëtius zich definitief onmogelijk. In een paar seconden tijd kreeg hij twee keer geel. "Ik kreeg de hele wedstrijd schoppen van Myenty Abena. Dat frustreerde. We stonden op het punt te verliezen tegen een ploeg die uit de Eerste Divisie kwam. Ik maakte zelf een lichte overtreding en ik kreeg meteen geel van Pol van Boekel. Toen klapte ik cynisch in mijn handen en kon ik met een tweede gele kaart op zak douchen. Heel dom. Dat vonden mijn medespelers ook."

Feyenoord vond dat Boëtius maar beter kon vertrekken. Mainz wilde hem hebben "Martin van Geel belde mij in Duitsland en hij zei dat ik beter kon tekenen. Hij had nog eens met Gio gesproken en ik zou geen kans meer krijgen. Ik vertelde dat ik veel vertrouwen in mezelf had en dat ik die kans in de Kuip wel weer zou afdwingen. Daarna belde Van Bronckhorst. De poort was dicht, zei hij. Ik kon maar beter tekenen bij FSV Mainz."

Bij de Duitse club is Boëtius op zijn plek. De 24-jarige Rotterdammer behoort tot de basis en maakt indruk als nummer tien.