FC Barcelona heeft dinsdagavond een moeizame overwinning geboekt op Villarreal. Lionel Messi begon na zijn blessure voor het eerst in de basis, maar hield het slechts een helft vol. Wel begon hij met zijn elftal nog erg goed in het La Liga-duel, maar gedurende de wedstrijd viel Barça ver terug en kwam de vroege voorsprong nog serieus in gevaar. Met invaller Frenkie de Jong trok de thuisclub duel uiteindelijk wel over de streep: 2-1.

Zonder De Jong begon FC Barcelona briljant aan het duel met Villarreal. Het elftal leek onder leiding van Messi - ondanks de zeer zwakke reeks - weer vertrouwen te hebben en opende via Antoine Griezmann al na drie minuten de score. De Fransman kopte uit een corner bij de eerste paal knap binnen en via een keihard schot van Arthur was het na een kwartier al 2-0 voor de Catalaanse grootmacht. 

Geen vuiltje aan de lucht, maar dat veranderde toen Messi na een half uur voetballen naar zijn bovenbeen greep. Hij maakte de eerste helft wel vol, maar zag daarin hoe Barcelona de grip verloor, Santi Carzorla heerlijk de aansluitingstreffer op de borden schoot en na 45 minuten besloot de Argentijn om zich te laten wisselen. Ousmane Dembélé, hij zat voor het eerst bij de selectie na zijn kwetsuur, kwam hem vervangen.

Het mega-talent schoot direct na zijn rentree voor gevaar met een schot rakelings voorlangs. Niet veel later wilde hij een strafschop, maar daar ging de VAR niet in mee. Diep in blessuretijd kon ook Griezmann het duel definitief in het slot gooien, maar hij verzuimde. Desondanks trok FC Barcelona het duel uiteindelijk over de streep, waardoor het na twee matige duels in elk geval weer wint. Napraten doet men echter vooral over het snelle uitvallen van Messi, die toch pas sindskort weer terug was bij de ploeg van Valverde.