Het Nederlands elftal zette donderdagavond een enorm grote stap naar EURO 2020, maar overtuigend was het tegen Noord-Ierland (3-1) eigenlijk geen seconde. De ploeg van bondscoach Ronald Koeman kon het grote overwicht niet omzetten in (uitgespeelde) kansen en de manier waarop Luuk de Jong de winnende maakte, sprak boekdelen. Hoe is dit scenario zondagavond tegen Wit-Rusland te voorkomen?  

Tachtig minuten lang speelde Oranje de wedstrijd die het niet wilde. Hoewel het bijna tachtig procent de bal had, was Oranje amper gevaarlijk en grotendeels zelfs slaapverwekkend. En door geklungel achterin had Noord-Ierland ook nog eens de enige (geboden) mogelijkheid - een uitgespeelde kans was het moeilijk te noemen - direct benut. Voor invaller Josh Magennis leek het de wedstrijd van zijn dromen te worden, maar gelukkig voor heel Nederland viel die eer uiteindelijk ten deel aan de Nederlandse invaller Luuk de Jong. "De bondscoach riep me meteen na de 0-1, we gingen alles of niets spelen", zei doelpuntenmaker De Jong, die met veel fortuin in twee instanties de 2-1 binnenwerkte.

"Op voorhand kan ik moeilijk zeggen dat ik hoop dat ik minuten maak, want dit scenario is natuurlijk niet wat we willen", glimlachte de voormalig PSV'er. "En dat is niet altijd makkelijk." Met stormram De Jong voorin viel de bal uiteindelijk een keer goed voor de voeten voor de spits, die bij Sevilla nog niet scoorde. Alhoewel, goed. De Jong: "Ik was al blij dat ik de bal überhaupt binnen hield. Ik zag 'm daarna omhoog gaan en dacht eigenlijk dat hij over de achterlijn zou gaan. Gelukkig gebeurde dat niet en kon ik 'm er nog in werken."

{image[337354][right-half][]}Onvoldoende in balbezit

Niet voor het eerst onder Ronald Koeman valt het voor Oranje de goede kant op, iets waarvan Nederland tegen dit Noord-Ierland niet van afhankelijk zou mogen zijn. Waarom lukte het niet eerder om het enorme veldoverwicht om te zetten in doelpunten, of überhaupt grote kansen? "We waren niet zuiver genoeg in de passing, zeker aan de rechterkant lag een hoop ruimte", zag Donny van de Beek, die velen liever in de basiself hadden zien staan ten koste van Marten de Roon, vanaf de bank.

De Ajacied snapte de keuze van de bondscoach op het middenveld wel, omdat zijn collega-internationals het de laatste interlands zo goed hadden gedaan. "Maar als ik inval, probeer ik het team iets extra's te geven. In de rust zei de bondscoach al dat ik erin zou komen als het zo bleef. Met mijn diepgang probeer ik het team te helpen", aldus Van de Beek, die Noord-Ierland een lastige opponent vond. "Ze spelen op de lange bal, maakten de ruimtes klein, speelden heel fysiek. En zelf waren we in balbezit niet goed genoeg. We hadden veel de bal, maar konden weinig kansen creëren." Waarom het in de eindfase wel lukte? "Op wilskracht sleep je de zege er uiteindelijk uit."

Aanvoerder Virgil van Dijk sloot zich aan bij de woorden van de middenvelder. "Dit was zeker niet onze beste wedstrijd", erkende de captain. "We hadden heel veel onnodig balverlies, het tempo lag te laag. We speelden veel te weinig van kant naar kant, waardoor zij het nog konden belopen." Ook vond Van Dijk dat Oranje te vaak de tweede bal op het middenveld verloor. "En we hadden meer moeten brengen in de duels."

{image[337351][left-half][]}Memphis reddende engel 

Toch zag Van Dijk nog een reden waarom het spel van Oranje er niet optimaal uitkwam: Frenkie de Jong had de continue bewaking van Paddy McNair. "Hij zette de hele tijd druk op Frenkie, die wilden zij niet aan de bal krijgen. Daardoor kwam de bal veel aan de zijkant terecht", dacht Van Dijk, die merkte dat Noord-Ierand dan druk ging zetten. Spelmaker De Jong merkte zelf ook dat het Nederlands elftal daardoor wellicht 'te voorspelbaar' werd en het verplaatsen van kant naar kant als alternatieve optie vaak te lang duurde. Ondanks het imposante cijfer van 95% passnauwkeurigheid, kon De Jong zijn stempel niet drukken zoals hem dat normaliter wel lukt.

Dat laatste gold ook heel lang voor Memphis Depay, die ondanks enkele mooie passes ongelukkig was. Tot in de laatste tien minuten. "Hij raakt nooit in paniek", loofde Van Dijk. "Memphis is heel belangrijk voor ons, dat laat hij elke keer weer zien. Hij speelde niet zijn beste wedstrijd en toch weet hij het duel weer te beslissen. Dat zegt veel over hem." Én over het Nederlands elftal onder Ronald Koeman, dat zeker niet voor het eerst aantoonde over een flinke doses veerkracht te beschikken.

Toch is het te hopen dat Oranje een zelfde soort veerkracht niet hoeft te tonen zondagavond in Minsk. In balbezit zal de ploeg van Koeman veel beter moeten en het zal - zoals in het laatste half uur een stuk beter ging - meer daadkracht naar voren moeten tonen. Dán kan het verschil tegen dit soort ploegen al veel eerder worden gemaakt en zitten alle Nederlanders een stuk rustiger op hun stoel. Ook Luuk de Jong op de bank, want zoals de matchwinner zelf al zei: als hij moet invallen, is dat voor Oranje meestal geen goed teken.