Met grote moeite heeft Bayern München dinsdag de klus geklaard in de tweede ronde van de DFB Pokal. De regerend bekerwinnaar kwam op achterstand tegen tweedeklasser VfL Bochum en leek lange tijd uitgeschakeld te worden, maar won alsnog met 1-2.

Bayern kwam na ruim een halfuur op achterstand tegen de nummer zestien van de 2. Bundesliga. Alphonso Davies, de Canadese buitenspeler van Bayern, werkte de bal in eigen goal en dus wist Bayern dat het voor een zware klus stond. Om de ploeg te redden gooide Niko Kovac goudhaantje Robert Lewandowski er al in de rust in en kwamen later ook Thomas Müller en Philippe Coutinho binnen de lijnen. Pas zeven minuten voor tijd kwam Bayern langszij. Serge Gnabry, die in de spits begon, scoorde op aangeven van Joshua Kimmich.

Dat was een dreun voor formaat voor de thuisploeg, die het duel door een late rode kaart met tien man eindigde. Bayern rook bloed en drukte het overwicht in de slotfase eindelijk in doelpunten uit. Invaller Müller maakte in de 89ste minuut de bevrijdende 1-2, waardoor Bayern doorgaat naar de derde ronde van de beker. Het is het achttiende seizoen op rij dat de Zuid-Duitsers de derde ronde van de DFB Pokal bereiken.