De speelsters in de Spaanse vrouwencompetitie zijn het zat: zij willen een minimale cao geregeld hebben. De maat is vol en daarom wordt er over anderhalve week gestaakt. De Primera Division Femenina komt op 16 en 17 november stil te liggen. Merel van Dongen, Oranje-international én speelster van Real Betis, legt aan FCUpdate.nl uit hoe de vork in de steel steekt.

Het gaat de voetbalsters en de vakbond om zeer minimale afspraken: zestienduizend euro per jaar voor één fte, waarvan in ieder geval 75 procent (twaalfduizend euro) uitbetaald wordt. Dat komt dus op dertig uur per week uitbetaald worden en een bruto maandsalaris van duizend euro. "Dat zijn de meest minimale contracten", stipt Van Dongen aan. Naast het salaris strijden de speelsters voor nog twee belangrijke voorwaarden. Niet bij zwangerschap minder betaald krijgen of zelfs ontslagen worden en bij blessures honderd procent doorbetaald krijgen.

Lange strijd

Deze armetierige omstandigheden passen niet bij de Spaanse competitie die steeds groter wordt. "Het vrouwenvoetbal is jaren geleden begonnen. Toen zonder enige voorwaarden. Dan wordt de sport steeds succesvoller en komt er een moment dat je moet mee professionaliseren. Een aantal clubs blijft achter. Die wil de stap niet zetten, alhoewel ze steeds meer verlangen van hun spelers", aldus Van Dongen. {image[337556][left-half][]}De strijd in Spanje om een minimale cao duurt al een hele tijd. De vakbond had al achttien meetings met de clubs. Een akkoord bleef al die tijd uit en daarom is de aanstaande staking de volgende stap. "Er moet echt iets gebeuren. Drie weken geleden zijn we met ruim 250 speelsters uit de competitie naar Madrid gegaan en daar is gestemd voor een staking. 93 procent vond tot hier en niet verder", zegt Van Dongen. "Clubs zullen iets moeten gaan doen. Een akkoord komt er sowieso, dat weet ik zeker. Hoe lang het gaat duren en wat erin komt, is de vraag."

Door: Steven Koelma