Het gaat goed met de Oranje Leeuwinnen. Na het gewonnen EK van twee jaar geleden behaalde de ploeg van Sarina Wiegman de tweede plaats op het WK van dit jaar. De bondscoach hoopt het succes van deze twee eindrondes ook weer door te zetten naar het volgende toernooi, namelijk de Olympische Spelen van volgend zomer.

Dat Oranje de laatste jaren succesvol is op grote toernooien is een understatement, maar het gaat Wiegman te ver om te zeggen dat goud op de Olympische Spelen een must is. "Je moet realisctisch blijven", zegt de bondscoach in gesprek met Voetbal International. "Vaak wordt het uitspreken van een wat realistischer doel gekoppeld aan niet ambitieus zijn, maar we willen het hoogst haalbare. We staan derde op de FIFA-ranking, maar er zijn naast ons nog veel meet toplanden. Denk alleen maar aan Japan, Engeland en de Verenigde Staten. Zij hebben ook nog eens een hele brede selectie."

Wiegman denkt dat haar ploeg door het spelen van een WK nog weer beter is geworden dan daarvoor en kijkt terug op het toernooi van afgelopen zomer. "Ik vond de eerste helft tegen Japan heel goed en dat terwijl we vier jaar eerder in Canada echt kansloos waren tegen de Japanners." De 50-jarige bondscoach ziet de ontwikkeling in haar elftal, maar blijft kritisch. "Na rust deed Japan wat anders en hadden we daar toch nog geen antwoord op. Dat is dus weer een volgende stap. Dat herkennen. Dat kun je niet allemaal tijdens de wedstrijd langs de kant regelen, daar zijn we weer bij initiatief." Over de kansen van de Oranje Leeuwinnen op de Spelen van volgend jaar is ze duidelijk. "Dan zeg ik: bij ons moet alles kloppen en iedereen fit zijn. We kunnen een aantal blessures hebben, maar zo breed als we willen zijn, zijn we nog niet."