Inter heeft zich woensdagavond ten koste van Fiorentina geplaatst voor de halve finale van de Coppa Italia. Voor eigen publiek was de club uit Milaan met 2-1 te sterk voor La Viola. Veel aandacht ging in Giuseppe Meazza uit naar de van Tottenham Hotspur overgekomen Christian Eriksen, die als invaller zijn debuut voor Inter maakte.

Eriksen startte, net als de van Chelsea gehuurde Victor Moses, op de bank bij Inter. In de basis ontbrak ook vaste waarde Stefan de Vrij, die plaatsnam naast Eriksen en Moses. Zij zagen Inter en Fiorentina er een niet heel spectaculaire eerste helft van maken. Kansen waren spaarzaam, maar toch kwam de thuisploeg vlak voor tijd op voorsprong. Met enig geluk kwam de bal voor de voeten van Antonio Candreva, die Inter op 1-0 zette.

Halverwege de tweede helft besloot trainer Antonio Conte het publiek zijn zin te geven en Eriksen in te brengen. De oud-Ajacied werd in het veld gebracht voor de weinig overtuigende Alexis Sánchez. Vlak voor de invalbeurt van Eriksen was Fiorentina door een eigen doelpunt van Martín Cáceres op 1-1 gekomen, maar een minuut na de inbreng van de Deen kwam Inter weer op voorsprong. Met een volley zette Nicolò Barella 2-1 op het scorebord.

Eriksen liet zich nog zien met een prachtige assist op Lautaro Martínez, maar het doelpunt van de Argentijn werd wegens buitenspel afgekeurd. Inter trok desondanks de overwinning over de streep en gaat nu in de halve finale van de Coppa Italia de degens kruisen met Napoli. De halve eindstrijd wordt over twee wedstrijden gespeeld.