FC Porto heeft zaterdagavond de spanning in de Portugese titelstrijd weer teruggebracht. In een uitstekende eerste helft liep de thuisploeg weg bij Benfica, maar de bezoekers kwamen via Carlos Vinícius nog wel terug in het duel (3-2). Omdat nummer twee Porto uiteindelijk wel overeind bleef, is het bovenin weer ongemeen spannend in de Primeira Liga.

Want waar FC Porto de laatste weken wat punten liet liggen, was koploper Benfica in heel 2020 nog zonder puntverlies en daarmee favoriet voor de absolute topper in Portugal, tussen de enige twee titelkandidaten. Nummer drie Sporting Braga had voor het duel namelijk met een wedstrijd meer twintig punten minder dan Benfica en dus dertien dan het thuisspelende FC Porto. Om het bovenin spannend te houden, moest er worden gewonnen door FC Porto en die doelstelling werd vanaf de eerste minuut kracht bijgezet.

Na tien minuten schoot Sérgio Oliveira met enig fortuin namelijk de openingstreffer tegen de touwen: een voorzet over rechts volleerde hij via de binnenkant van de paal binnen. Hoewel Carlos Vinícius zeven minuten later van dichtbij de gelijkmaker binnenkopte vanuit de rebound, was de eerste helft duidelijk voor FC Porto. Alex Telles schoot de thuisclub terecht weer op voorsprong vanuit een strafschop, terwijl Rúben Dias een lage voorzet bij de tweede paal ongelukkig binnengleed vlak voor de pauze: 3-1.

In de tweede helft werd Benfica steeds sterker en sterker, gesteund door vroege aansluitingstreffer van wederom Vinícius. Met horten en stoten bleef FC Porto – dat in de laatste fase meermaals vergat om het duel te beslissen uit een van de counters, vooral via Luis Díaz – na zes minuten extra tijd overeind. In totaal vielen er negen gele kaarten, een eigen doelpunt, een strafschop en had het duel alle elementen van een Portugese topper in zich: FC Porto werd daarvan in alle opzichten de winnaar, aangezien ze het gat bovenin weer terug hebben gebracht tot vier punten.