Het is inmiddels bijna twee jaar geleden dat Bas Dost een flinke hoofdwond opliep bij een aanval door Sporting Portugal-hooligans. Zo'n vijftig fans bestormden het trainingscomplex van de Portugese club en vielen spelers en staf aan. Woensdag getuigde de spits, tegenwoordig actief voor Eintracht Frankfurt, via Skype tegenover de rechtbank over de veelbesproken gebeurtenis.

Op het moment dat de aanval plaatsvond, bevond Dost zich in de gang richting de kleedkamer. Iemand riep op dat moment de spelers naar binnen. "Ik begreep niet waarom. Een deur ging open en een grote man met een masker op liep naar binnen. Toen kwamen er meer binnen. Ze sloegen de deur dicht ik was alleen met hen in de gang. Op dat moment was ik bang", begon hij.

Op de gang werd Dost door een hooligan geslagen. "Ik viel meteen en hij begon me te schoppen. Een ander hielp hem. Ik denk dat ik een paar seconden out ben geweest. Toen hielp João Rollin (assistent-secretaris, red.) me overeind en nam me mee. Er was veel bloed. Ik weet nog dat ik zei, en misschien was dat een beetje egoïstisch: laat me alsjeblieft niet alleen. Ik kwam in een kamer terecht waar een dokter en verpleger mijn hoofdwond behandelden. Ze hebben de wond goed genaaid, maar ik heb nog steeds een litteken."

Wie hem precies heeft geslagen, weet Dost niet meer. De spits probeerde eerst nog het gesprek aan te gaan met de hooligans. "Ik speelde al lang bij Sporting en wilde vragen waarom ze er waren. Ik ben een Nederlander en wij lossen dingen op door te praten", vervolgde Dost, die de dagen daarna voor zijn leven vreesde. "Het was verschrikkelijk. Ik liet mijn kinderen niet meer alleen naar buiten gaan. Ik durfde niet eens meer naar de supermarkt. Nu ben ik niet meer bang. Ik heb in Lissabon met een psycholoog gesproken, maar het is goed dat ik het land heb verlaten. Ik heb weken nodig gehad om te herstellen."