Veranderagenda: investeren in de jeugdopleidingen

13 februari 2020, 12:16   Bijgewerkt: 13 februari 2020, 13:19

De KNVB lanceerde eind 2018 de veranderagenda voor de Eredivisie, met daarop een aantal veranderingen die het Nederlandse voetbal naar een hoger niveau moest tillen. Wat is er allemaal veranderd en is het positief uitgepakt? FCUpdate.nl zoomt in deel III in op de gevolgen van de veranderagenda: Investeren in de kwaliteit van de jeugdopleidingen.

Voor je gaat lezen

Veranderagenda-punt: Investeren in de kwaliteit van de jeugdopleidingen:

Ter info: - De KNVB voert vanaf het seizoen 2020/2021 een nieuwe Onder 21-competitie in, waar zowel profclubs als de top van de amateurs in komen te spelen. Ook spelers van onder de 21 jaar uit het eerste elftal mogen in deze competitie spelen, ongeacht het aantal wedstrijden wat zij daarin gespeeld hebben

- Beloftenteams zitten alleen nog maar in de Tweede Divisie en niet lager, plek voor maximaal zes van deze teams in de voetbalpiramide. In de Tweede Divisie zitten twee beloftenteams en in de Eerste Divisie zijn dat er vier.

- KNVB stimuleert om spelertjes pas vanaf 12 jaar in jeugdopleiding te nemen, in plaats van ze zelf op te leiden.

In het seizoen 2019/2020 telt de Eredivisie 483 spelers, waarvan er met 204 bijna de helft uit het buitenland komt. Om de kwaliteit van de Nederlandse jeugdopleidingen een impuls te geven, presenteerde de KNVB op dit gebied een aantal vooruitstrevende plannen. Die plannen kwamen zoals altijd voort uit de behoeftes van de voetbalclubs zelf. Zo werd er een herenakkoord gesloten door de clubs met een internationaal label (Ajax, PSV, Feyenoord, Vitesse, AZ en FC Utrecht) op de jeugdopleiding om geen spelers van elkaar weg te kapen. Om de kwaliteit van de jeugdopleidingen te verbeteren, komt de KNVB met een aantal vooruitstrevende plannen.

De grootste behoefte van de clubs zit hem echter voornamelijk in de doorstroom van de jeugd naar het eerste elftal. De KNVB sprak met trainers en hoofdjeugdopleidingen in de Eredivisie en Eerste Divisie en kwam in samenspraak met deze clubs uiteindelijk met het idee om een nieuwe Onder 21-competitie op te zetten. Dit moet de stap naar het eerste elftal verkleinen in de toekomst. 

{image[339574][right-half][]}Nieuwe competitie

Volgens de KNVB is het voor de meeste clubs erg lastig om jongens die qua leeftijd niet meer in de jeugd mogen spelen, maar ook nog niet klaar zijn voor het eerste elftal, goede en competitieve wedstrijden te bieden. De clubs in de voetbalpiramide (Ajax, PSV, Utrecht, AZ, Sparta en Volendam, ADO Den Haag en Almere City) vormen daarop een uitzondering, omdat in de voetbalpiramide wel een hoog niveau wordt gevraagd. Maar wie die bus heeft gemist, staat in die doorstroming mijlenver achter. 

De rest van de clubs moeten het vooral hebben van kleine competities op doordeweekse dagen en oefenwedstrijden: geen serieuze weerstand. De KNVB heeft om dit te verbeteren een Onder 21-competitie ingevoerd, die start in het seizoen 2020/2021. In deze nieuwe opzet spelen er alleen nog maar belofteteams in de Tweede Divisie en niet meer in competities lager. Clubs die vooralsnog in de voetbalpiramide zitten, kunnen daar gewoon blijven, maar mogen ook een extra Onder 21-team op de been brengen. Eén van de twee moet, maar beide mag. Er zijn maar zes plekken in de voetbalpiramide, dus wanneer een club hierin wil komen zal het eerst kampioen moeten worden in die Onder 21-competitie in Divisie 1, die daarop aansluit. In de nieuwe Onder 21-competitie wordt zowel in het najaar als in het voorjaar een volledige competitie afgewerkt, gevolgd door promotie/degradatie (zie onder). 

Afhankelijk van het aantal teams dat hieraan gaat deelnemen, komt de structuur er als volgt uit zien:

1. Onder 21, divisie 1 (1 poule van 8)

2. Onder 21, divisie 2 (1 poule van 8)

3. Onder 21, divisie 3 (1 poule van 8)

4. Onder 21, divisie 4 (1 of 2 poules van 8)

Aan die Onder 21-competitie mogen overigens ook amateurclubs deelnemen die met hun huidige Onder 19 in de Tweede Divisie of hoger spelen. Volgens de KNVB is het probleem bij de amateurs namelijk vergelijkbaar. Ook hier speelt het probleem dat er nog geen competitieve wedstrijden zijn voor de jongens die nog niet klaar zijn voor het eerste elftal. Wanneer spelers nog niet klaar zijn voor een plek in het eerste elftal, komen zij in het tweede elftal terecht en spelen ze vaak minder competitieve wedstrijden. Dat zorgt voor veel stoppende talenten. Om dat scenario te voorkomen, heeft de KNVB voor de amateurtak een soortgelijke onder 23-competitie bedacht.

De plannen voor een Onder 21-team hangen samen met het schrappen van de Onder 19-ploegen. De KNVB is van mening dat jonge talenten geen leeftijdsgroepen moeten overslaan, wanneer zij in de groeileeftijd van tussen de dertien en achttien jaar zitten. Nu moeten spelers van een Onder 17-team naar een Onder 19-team: een (te) grote stap. Clubs moeten in die periode vaak afscheid nemen van hun spelers, omdat er niet genoeg plek is in het Onder 19-team, waar twee jaar (18-19) 'samenkomen'. Volgens de KNVB kan een club een betere inschatting maken over de toekomst van een spelers, wanneer hij achttien jaar is. De speler is dan immers volwassen en kan dan de stap maken naar de Onder 21, wanneer hij nog niet klaar is voor het eerste elftal. Daarna heeft een speler dan nog drie jaar de tijd om in het eerste te komen: dat zou een normale route moeten zijn. 

Veranderagenda deel II: gevolgen van gelijke wedstrijdcondities 

{image[308694][right-half][Hans Nijland Peter Jeltema]}FC Groningen

Als het gaat over het opleiden van jeugd - buiten clubs met een internationaal label voor de jeugdopleiding, kom je uit bij FC Groningen - dat al jarenlang volop investeert in de eigen jeugd. De noorderlingen openden in oktober 2018 het TopsportZorgCentrum. Een gloednieuw iconisch gebouw met hypermoderne faciliteiten, dat flink kan bijdragen in de ontwikkeling van talenten van de opleiding van de club. Peter Jeltema (links op de foto) was nauw betrokken bij de ontwikkeling van de club op dat gebied. Hij was van 2000 tot en met 2017 werkzaam bij de club en keerde in 2018 na een jaar bij de KNVB gewerkt te hebben terug als hoofd opleiding. 

"Deze club heeft flink geïnvesteerd in de plannen om uiteindelijk rendement op lange termijn te krijgen en daar geloof ik heilig in", vertelt Jeltema. "Van dat geld had de club een aantal Eredivisie-spelers kunnen halen." Dat deed het niet, het geld werd geïnvesteerd in de eigen jeugd, de toekomst. "En qua aantallen moeten er meer spelers naar het eerste komen. De opleiding moet rendement opleveren. Bij de plannen van het topsportgebouw stelden wij ons ten doel dat in seizoen 2018/2019 tenminste vijftig procent van de selectie uit eigen opgeleide spelers moest bestaan. Dat is nog niet gehaald, maar ik denk dat door de lat zo hoog te leggen, er hier wel dingen gerealiseerd zijn die hebben geholpen om spelers te laten doorbreken."

Jeltema kijkt als opleider zeer positief naar de nieuwe competitie voor onder-21 teams. "Er wordt bij de opleiding veel gekeken naar wat het oplevert. Wij hadden een onder-23 ploeg in de Derde Divisie, maar die is geschrapt. Die kosten waren aanzienlijk. Bij de onder-23 mochten maar weinig spelers van het eerste elftal meedoen en konden wij niet helemaal het voetbal spelen wat we graag willen, voornamelijk door het niveau van de competitie", legt hij uit. "Bij de onder-21 mogen alle spelers in die leeftijd meespelen, ongeacht het aantal wedstrijden in het eerste elftal. Het team zal spelen in een in een volwaardige landelijke competitie in het weekend."

Wat ook gunstig is voor FC Groningen, is een verandering bij de KNVB voor het belonen van clubs voor het opleiden van spelers via een zogenoemd certificeringsmodel, dat is gericht op rendement. Rendement van spelers die zijn opgeleid en uiteindelijk in het betaalde voetbal zullen spelen. Dit rendementsmodel moedigt aan tot doorstroming van zelf opgeleide spelers in het betaalde voetbal, omdat er simpel gezegd voor elke speler die doorstroomt een bepaald bedrag wordt betaald aan de club die hem heeft opgeleid - ook als hij elders pas doorbreekt. 

Belangen komen niet overeen

Veel positief nieuws voor FC Groningen, toch zijn de belangen van de KNVB en de clubs vaak anders, merkte Jeltema toen hij na zeventienjaar in clubdienst voor de KNVB kwam te werken. "De KNVB is een instituut wat meedenkt, ontwikkelt en faciliteert. In Nederland hebben we zo'n dertig opleidingen die allemaal eigen ideeën hebben over opleiden. De KNVB helpt mee om de ideeën in het werkveld verder te ontwikkelen. Dat is een hele klus, want doorgaans werkt elke club onder de eigen vlag. Ajax kent andere belangen dan bijvoorbeeld VVV." 

Jonge jeugdspelers

Dat die belangen van alle clubs nooit overeenkomen, blijkt ook uit een ander voorstel van de KNVB met betrekking tot de kwaliteit van de jeugdopleiding. De KNVB adviseert om spelertjes tussen de zes en twaalf jaar oud niet uit hun vertrouwde omgeving te halen. Een groot aantal clubs, waaronder Ajax en Feyenoord, kan zich hier maar moeilijk in vinden en halen spelertjes al op hele jonge leeftijd in de opleiding. FC Groningen heeft een 'Regionale Voetbalschool' als voorportaal van de opleiding en begint de eigen opleiding pas vanaf een O12-team. 

Talentidentificatie in deze leeftijdsgroep is dermate moeilijk dat de KNVB liever ziet dat de jonge spelers alleen in hun vertrouwde omgeving blijven en vanuit daar worden begeleid door gekwalificeerde trainers. De KNVB wil clubs stimuleren om de spelers niet te vroeg uit hun vertrouwde omgeving te halen. De betaald voetbalorganisaties kunnen de spelers wel beïnvloeden, maar dan wel vanuit hun eigen club door bijvoorbeeld de trainers aldaar op te leiden in plaats van de jeugdspelers we te halen. Jeltema snapt die gedachtegang van de KNVB. "Het binden van heel jonge kinderen is in zekere zin een gok. De voorspellende waarde is te verwaarlozen." De KNVB verbiedt het het overigens niet maar wil hier wel bepaalde voorwaardes aan binden, zoals afstand tot de opleiding en de trainers met een pedagogische achtergrond. 

Veranderagenda deel I: gevolgen van de nieuwe competitie-opzet

In de agenda die de KNVB voor de ledenvergadering publiceerde, stelt de bond dat 'de kracht van Nederland is dat wij de ervaring in het goed opleiden, de faciliteiten en infrastructuur hebben waardoor ieder kind dat wil voetballen zijn plafond kan bereiken. Wat in sommige gevallen extreem hoog kan zijn. In Nederland moet men er met zijn allen voor zorgen dat zo veel mogelijk kinderen, meer dan momenteel het geval is, hun hoogste niveau halen.' Nederland staat al sinds dag en nacht bekend om het opleiden van grote talenten en behaalde hiermee grootse successen. In de periode waarin Oranje en Ajax het Nederlandse voetbal weer aanzien geven, moeten deze plannen bijdragen aan een verdere ontwikkeling.

Door: Daan Wijma

NB: Over de rol, invloeden en zienswijze van de KNVB is Art Langeler geïnterviewd, maar hij wenste niet geciteerd te worden

Reacties

Je moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Inloggen