Dick van Egmond heeft zondagavond toegegeven dat het een moeilijk voetbalweekend was voor de VAR. Zowel zaterdag als zondag was er veel ophef over de rol van de videoscheidsrechter in de Eredivisie-wedstrijden, waarbij er volgens de scheidsrechtersbaas in elk geval in De Kuip flink geblunderd werd. "Wij zijn van mening dat dit een botsing was. Een strafschop was hier niet op zijn plaats."

Dat zei Van Egmond tegenover FOX Sports over de beslissing om Feyenoord een penalty te geven na de duw op Róbert Bozeník. Volgens Van Egmond heeft de setting ook te maken met de beslissing die de VAR nam om in te grijpen. "Hij heeft geen geluid en kijkt alleen naar de beelden en ziet iemand die omver wordt gelopen. Vervolgens vormt hij een mening en komt daar niet meer uit." En vervolgens gaat hij zijn eigen gelijk in de beelden zoeken die beschikbaar zijn. "Hoe vaker je naar een beeld kijkt vanuit een bepaalde invalshoek, hoe meer je bevestigd wordt in wat je meent te zien. Daar hebben we af en toe last van."

Bas Nijhuis vond achteraf dat hij de strafschop niet had moeten geven. Bij de pingel voor Fortuna greep de VAR overigens wel terecht in, volgens Van Egmond. Maar er waren meer discutabele momenten, erkende hij. Bijvoorbeeld de penalty die Vitesse niet kreeg tegen PSV. "We krijgen een drukke nabespreking", erkende de voormalig scheidsrechter, die ook twijfelde over de eerste strafschop voor AZ ("De VAR vond het niet duidelijk genoeg om in te grijpen, daar is ook wat over te zeggen") en de gegeven penalty voor PSV na een 'overtreding' op Denzel Dumfries. 

"We kunnen het moeilijk zien. De stafschop is makkelijk gegeven, maar als Dumfries claimt dat hij geraakt is, moeten we het geloven. Er is geen bewijs van het tegendeel, dus kan de VAR onmogelijk ingrijpen", aldus de Van Egmond over de gegeven penalty voor de Eindhoven. 

Lees ook: Makkelie vindt dat Vitesse een strafschop had moeten krijgen