Edwin van der Sar denkt niet dat de selectie van Ajax veel minder waard is geworden door de coronacrisis. De algemeen directeur van de Amsterdammers is derhalve niet voornemens spelers in de uitverkoop te doen. Dat vertelt hij in een interview met Reuters, waarin hij ingaat op de financiële gevolgen die de pandemie voor zijn club heeft.

"Natuurlijk, transfers van 150 tot 200 miljoen euro zijn verleden tijd. Maar ik denk dat de spelers van Ajax nog steeds veel waard zijn. Ze zijn goed opgeleid, ervaren in winnen en spelen Europees voetbal", aldus Van der Sar. Ajax verkocht Hakim Ziyech al aan Chelsea en ook Donny van de Beek, Nicolás Tagliafico en André Onana worden veelvuldig in verband gebracht met een vertrek uit Amsterdam.

"We hebben vorig jaar mondeling met ze afgesproken dat ze nog een jaar blijven en dat we dan kijken hoe we elkaar kunnen helpen bij het maken van een volgende stap. Dat is niet veranderd. Spelers worden niet met vijftig procent korting verkocht, dat kunnen clubs wel vergeten", jaagt Van der Sar clubs weg die voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten.

"Vorig jaar januari zeiden mensen dat we zeven of acht spelers zouden kwijtraken. We verloren echter maar twee kernspelers (Frenkie de Jong en Matthijs de Ligt, red.). Grote clubs als Bayern München hebben gezegd dat de marktwaardes van spelers de komende transferperiodes zullen zakken, maar zij hebben makkelijk praten als kopende club."