Voetbal is in coronatijden een relatief veilige sport. Die conclusie trekt Edwin Goedhart, chef-arts van de KNVB, na uitgebreid onderzoek. Hij analyseerde bijna vijfhonderd wedstrijden in de Eredivisie om te kijken hoe vaak het voorkomt dat spelers elkaar kunnen besmetten. "Dan blijkt dat gelukkig ontzettend mee te vallen. Het is zo klein dat we het als niet belangrijk kunnen beschouwen", vertelt hij bij FOX Sports.

Met het oog op het nieuwe Eredivisie-seizoen in september is dat goed nieuws. "Ik denk dat er bij voetbal als contactsport misschien wel minder contact is dan iedereen dacht. Als je de al gebruikelijke maatregelen hanteert - niet komen als je ziek bent en goed afstand houden in het kleedkamergebied of daaromheen – is het een veilige sport. Er is geen reden om aan te nemen dat op het voetbalveld de besmettingskans enorm toeneemt", vertelt de bondsarts.

"Wat ons betreft kan de hervatting van de Eredivisie zonder al te veel grote risico's op het veld ontstaan", gaat hij verder. "Je gaat natuurlijk wel kijken naar maatregelen om de risico's nog verder te beperken, maar daar wordt hard aan gewerkt en over nagedacht", doelt hij op een juichtprotocol en het nemen van hoekschoppen.

"Als we dat nog iets kunnen beïnvloeden, dan kunnen we de contacttijd - die toch al laag is – nog iets lager maken. Je moet corners wel gewoon laten nemen, maar je kan bijvoorbeeld overwegen om de bal naar de tegenstander te laten gaan als het te lang duurt. Dat het binnen een bepaalde tijd moet", oppert Goedhart, die niet weet of er vanaf september ook mét publiek kan worden gespeeld. "Daar zou ik nog geen uitspraak over durven doen, daar is veel meer onderzoek voor nodig."