Met wat moeite heeft Bayern München zich woensdag geplaatst voor de bekerfinale in Duitsland. De recordkampioen veegde in de eerste helft de vloer aan met Eintracht Frankfurt, maar verzuimde om verder uit te lopen dan een 1-0 voorsprong. Daardoor konden de bezoekers in de tweede helft langszij komen, maar een doelpunt van Robert Lewandowski was vervolgens genoeg voor Bayern: 2-1.

Bayern is in de Bundesliga geweldig op dreef en trad zonder Serge Gnabry, maar wel vol zelfvertrouwen aan tegen Frankfurt. Er was meteen sprake van een stormloop richting het doel van Frankfurt en dat leidde tot de 1-0 na veertien minuten. Ivan Perisic kopte raak nadat Lewandowski en Thomas Müller de aanval prima op poten hadden gezet. Bayern was veel beter en kreeg veel kansen, maar verzuimde om verder uit te lopen. Dat kwam de ploeg duur te staan.

Kort na de pauze beet Frankfurt meer van zich af en kwam het na enkele wissels terug in de wedstrijd. Vleugelspeler Danny Da Costa schoot knap met links raak nadat hij vanaf de zijkant naar binnen was gekomen. Wat volgde was een interessante strijd en een leuke pot, waarin Frankfurt meer dan prima meedeed. Toch kwam Bayern weer op voorsprong. Een kwartier voor tijd tikte Lewandowski binnen op aangeven van Alphonse Davies die weer belangrijk was met een prima dribbel. De goal werd aanvankelijk afgekeurd voor vermeend buitenspel, maar na inbreng van de VAR alsnog toegekend.

Met het inbreng van Bas Dost probeerde Frankfurt nog iets te forceren, maar de spits werd nauwelijks van munitie voorzien. Bayern kon de voorsprong daardoor redelijk makkelijk over de streep trekken en maakt zich op voor een nieuwe bekerfinale. Daarin is het Bayer Leverkusen van Peter Bosz de tegenstander. Bayern speelde vorig jaar ook de eindstrijd en won toen met 3-0 van RB Leipzig.