De onderbouwing van de gemeente Rotterdam om 40 miljoen euro te steken in een nieuw Feyenoord-stadion rammelt. Die conclusie trekt de rekenkamer, dat in een onderzoek gekeken heeft naar de financiële betrokkenheid van de gemeente bij Feyenoord City. De Rekenkamer is een onafhankelijk orgaan dat checkt of uitgaven van de overheid recht- en doelmatig zijn.

Het rapport zet onder andere vraagtekens bij het publiek belang. De rekenkamer beveelt de gemeente aan te definiëren welk publiek belang wordt gediend als de overheid 40 miljoen in het stadion steekt. "Voor het beoogde aandeelhouderschap van de gemeente van 40 miljoen euro in het nieuwe stadion is onvoldoende onderbouwing aanwezig", zegt Rekenkamer-voorzitter Paul Hofstra in het Algemeen Dagblad.

Het college herkent zich niet in alles conclusies die de Rekenkamer trekt. 'Wij delen niet uw conclusie dat we het 'publiek belang' niet hebben gemotiveerd, omdat niet aangegeven is of Feyenoord City niet ook zonder overheidsingrijpen tot stand kan komen. Het is voor ons evident dat Feyenoord City met de beoogde maatschappelijke meerwaarde niet tot stand komt zonder een nieuw stadion en een nieuw stadion niet zonder een deelneming van de gemeente', schrijft de gemeente in een reactie.

In 2017 zegde de gemeente Rotterdam toe voor maximaal 40 miljoen euro mee te doen aan het miljoenenproject. De complete financiering van Feyenoord City is echter nog altijd niet rond. Daarmee komt het rapport van de Rekenkamer op ongelegen moment.