Het eerste succes van Paris Saint-Germain na de coronastop is een feit. Voor de dertiende keer in de clubhistorie veroverden de Parijzenaars ten koste van Saint-Etienne (1-0) de Coupe de France. Het bekerfeestje kreeg echter een donkere rand vanwege het uitvallen van Kylian Mbappé, die in de eerste helft uit de wedstrijd werd geschopt en hij met tranen het veld verliet.

In de eerste minuten kende PSG, waar Mitchel Bakker in de basis startte, geen enkele zorgen. Al binnen het kwartier hielp Neymar zijn club aan een voorsprong. De Braziliaan werd uiteindelijk het eindstation nadat PSG makkelijk door de defensie van Saint-Etienne sneed. In de rebound van een schot van Mbappé schoot Neymar van dichtbij raak.

Vanaf dat moment namen de personele problemen voor PSG in rap tempo toe. Thilo Kehrer moest zich geblesseerd laten vangen en een paar minuten later lag Mbappé kermend van de pijn op de grond. Hij werd getorpedeerd door een bikkelharde tackle van aanvoerder Loïc Perrin. De vlam sloeg meteen in de pan en vlogen de spelers elkaar in de haren.

Binnen twee minuten deelde arbiter Amaury Delerue vier gele kaarten en een rode kaart uit. De rode kaart kreeg Perrin voor zijn spijkerharde charge. Mbappé ging met ogenschijnlijk een vervelende enkelblessure, geëmotioneerd naar de kant. PSG zal in spanning afwachten of dit ook consequenties heeft voor de kwartfinale van de Champions League op 12 augustus tegen Atalanta.

Met een ingepakte enkel en ondersteund met krukken nam Mbappé in de tweede helft plaats op de reservebank van PSG. Vanaf de bank zag de Franse ster dat zijn ploeggenoten heersten, maar hield PSG de opponent tot het einde in leven. In problemen kwam het elftal van Thomas Tuchel geen moment en werd de zorgelijke avond toch nog met een glimlach afgesloten