Neymar heeft via Instagram uitgebreid gereageerd op de gebeurtenissen tijdens de Franse topper tussen Paris Saint-Germain en Olympique Marseille (0-1) van gisteravond. In de slotfase raakte de Braziliaanse aanvaller betrokken in een opstootje. Hij kreeg een rode kaart omdat hij Álvaro González een tikje op het achterhoofd gaf. Neymar zou vlak daarvoor racistisch bejegend zijn door de Spanjaard.

'Gisteren kwam ik in opstand', begint hij. 'Ik werd bestraft met rood omdat ik iemand wilde slaan die me beledigde. Ik kon niet weggaan zonder iets te doen, want ik realiseerde me dat de leiding niets zou doen, het niet zou opmerken of het zou negeren. Ik wilde antwoorden zoals ik altijd doe: met mijn voeten. De feiten laten zien dat dat niet is gelukt. Ik kwam in opstand…'

'Agressie, beledigingen, vloeken en ruziën horen bij onze sport', gaat hij verder. Je kunt niet hartelijk zijn. Ik begrijp deze gast (González, red.) deels. Het hoort allemaal bij het spelletje. Maar racisme en onverdraagzaamheid zijn onaanvaardbaar. Ik ben zwart. Zoon, kleinzoon en achterkleinzoon van een zwart persoon. Ik ben trots en zie mezelf niet anders dan wie dan ook. Gisteren wilde ik dat de leiding (scheidsrechters en assistenten) zich onpartijdig zou opstellen en zou begrijpen dat er niet langer plek is voor zo'n bevoordeelde houding.'

Neymar vindt het jammer dat hij zich liet gaan. 'Had ik het moeten negeren? Dat weet ik niet… Vandaag, nu alles is bedaard, zeg ik ja. Maar mijn teamgenoten en ik vroegen de scheidsrechters om hulp en we werden genegeerd. Daar gaat het om (…). Ik accepteer mijn straf, maar ik hoop aan de andere kant dat de overtreder ook zal worden gestraft. Racisme bestaat. Het bestaat, maar we moeten het stoppen. Niet meer, het is genoeg.'

Dwaas

'Die gast was een dwaas. Ik gedroeg me ook als een dwaas door mee te laten slepen. Voor God zijn we allemaal gelijk. Gisteren liet ik me gaan en ontbeerde me het aan wijsheid. Middenin deze situatie staan of een racist negeren zal het niet verhelpen. Het is onze plicht om de antiracismebeweging tot rust te brengen zodat de minder bevoorrechten hun verdediging krijgen. We zullen elkaar weer ontmoeten', richt hij zich tot González. 'En dan zal het op mijn manier gaan, met voetballen. Ik weet wat je hebt gezegd en wat je hebt gedaan. Meer liefde voor de wereld.'