De rentree van Gareth Bale bij Tottenham Hotspur is zondagavond uitgelopen in een ware nachtmerrie. De Welshman kwam ruim een kwartier voor tijd tussen de lijnen bij een 3-0 voorsprong, maar zag hoe de Spurs de voorsprong nog uit handen gaf dankzij een werelddoelpunt van West Ham United-invaller Manuel Lanzini heel diep in blessuretijd.

Heel veel kon Bale daar overigens niet aan doen, behalve dat hij zelf niet had gescoord. Direct bij zijn rentree schoot hij een vrije trap zacht in de handen van Lukasz Fabianski en na twee rake kopballen namens West Ham United (Fabián Balbuena en eigen goal Davinson Sánchez) schoot hij na een knappe solo nog rakelings naast. Een misser die zonder grote gevolgen leek te blijven, tot diep in blessuretijd.

Tottenham Hotspur werkte een scherp ingesneden vrije trap weg en die kwam voor de voeten van invaller Lanzini. Hij schoot de afvallende bal snoeihard en helemaal perfect in de kruising, waardoor Hugo Lloris de bal niet meer kon tegenhouden. Net als tegen Newcastle United gaf Mourinho met zijn ploeg de zege diep in blessuretijd uit handen, al kon het daarvoor vooral naar zichzelf wijzen.

Na een kwartier stond Tottenham Hotspur door opnieuw Heung-min Son en Harry Kane al op een 3-0 (!) voorsprong, met Steven Bergwijn die een aandeel had in een van de goals middels een voorassist. De voet ging achteraf te vroeg van het gaspedaal, waardoor er ruimte was om Bale voor het eerst sinds zijn komst in te brengen en ook Son werd naar de kant gehaald. In de laatste acht minuten ging het dus nog compleet mis voor Mourinho én Bale, die door Lanzini een rampdebuut kent.