FC Barcelona heeft woensdagavond - met Frenkie de Jong als centrumverdediger en Sergiño Dest als rechtsachter - met 2-1 gewonnen van Dinamo Kiev. Lionel Messi en Gerard Piqué maakten de doelpunten namens de ploeg van Ronald Koeman. Viktor Tsygankov deed een kwartier voor tijd iets terug namens de Oekraïners. 

Barcelona won de eerste twee wedstrijden en kon bij winst dus erg goede zaken doen met het oog op overwintering. Dat begon goed voor de ploeg van Koeman: al in de vijfde minuut mocht Messi van elf meter aanleggen, nadat hij zelf werd neergelegd in de zestien. Hij faalde niet en zette zijn ploeg vroeg op voorsprong.

Lees ook: Leipzig neemt wraak op PSG

Ondanks dat ging het moeizaam voor FC Barcelona en was het Marc-André ter Stegen - die voor het eerst sinds zijn knieblessure weer onder de lat stond - die zijn ploeg een aantal keer goed op de been hield. Na een uur spelen kopte Piqué de bevrijdende tweede treffer binnen. Tsygankov wist een kwartier voor tijd namens Dinamo Kiev toch Ter Stegen te kloppen. Het leidde een spannende slotfase in, maar Barcelona kwam ongeschonden uit de strijd.

Juventus

In dezelfde poule had Juventus weinig problemen met Ferencváros. In de Puskás Aréna won de ploeg van Andrea Pirlo met 1-4. Álvaro Morata - die vorige week tegen FC Barcelona nog drie (!) doelpunten afgekeurd zag worden door de VAR - had in Hongarije minder ruzie met het arbitrale hulpmiddel. De Spanjaard tekende voor de eerste twee treffers. Paulo Dybala maakte dankzij geklungel in de Hongaarse achterhoede de derde en vierde treffer. Pas in de slotfase kon Franck Boli iets terugdoen namens Ferencváros.

Na vanavond is Barcelona met een maximale score van negen punten uit drie wedstrijden koploper in groep G, gevolgd door Juventus met zes punten. Dinamo Kiev en Ferencváros delen de laatste plaats met beiden een punt.