Jong Oranje speelt komende zomer net als het grote Nederlands elftal een Europees Kampioenschap. Omdat het qua datums niet botst, ziet bondscoach Erwin van de Looi het als een optie voor spelers om, ondanks de toch al drukke speelkalender, op beide toernooien te schitteren. Het gaat bijvoorbeeld om Ryan Gravenberch, Teun Koopmeiners, Calvin Stengs, Myron Boadu en Justin Bijlow. "Of het spelen van twee EK's een optie is? In mijn ogen wel."

Dat vertelt Van de Looi tegenover De Telegraaf. Het eerste deel van het EK O21 jaar is al tussen 24 en 31 maart, het tweede deel eindigt met uiterlijk de finale op 6 juni – een week voor het eerste EK-duel van het Nederlands elftal. "Het is prachtig als jonge spelers zoveel mogelijk bij het Nederlands elftal zitten, maar het zou voor velen van hen natuurlijk ook goed zijn om dit jeugd-EK te spelen. Als iemand basisspeler is bij Oranje, neem Matthijs de Ligt, dan praten we nergens over", verduidelijkt Van de Looi.

Het gaat vooral om spelers die bij Jong Oranje een belangrijke kracht zijn, maar bij het Nederlands elftal mogelijk weinig minuten gaan maken nog onder Frank de Boer. Van de Looi: "Over een paar posities heerst nog twijfel en daarbij is het altijd afwachten wat er gebeurt met blessures of hoe de wereld eruitziet door het coronavirus. Als het om basisspelers van het Nederlands elftal gaat, dan snap ik de keuze wanneer zij niet mee zouden gaan met Jong Oranje."

Volgens hem zou het voor de jonge bankzitters van Oranje juist goed zijn om minuten te maken op het eindtoernooi met Jong Oranje. "Dan hebben ze maximaal drie wedstrijden in de benen. Dat overleven die jongens wel, als ik het drukke schema van nu zie." Ook Perr Schuurs, Javairo Dilrosun en Sven Botman zouden voor deze regeling in aanmerking kunnen komen.