Naci Ünüvar en Sontje Hansen debuteerden vorig seizoen in Ajax 1, maar kwamen dit seizoen nog niet in aanmerking voor speelminuten. Dat dat gebeurt, is volgens Jong Ajax-trainer Mitchell van der Gaag niet erg en ook niet gek. "Je kunt het een terugslag noemen", legde hij uit aan Ajax TV

."Het ging allemaal erg snel vorig seizoen en dan krijg je altijd een terugval", aldus de trainer. "Je hebt het corona-tijdperk en er komen nog blessures bij. Het zijn zaken waar die spelers mee moeten dealen. In het begin is alles hartstikke mooi: iedereen is je vriend en iedereen geeft je aandacht. Maar af en toe zit je in een iets mindere fase. Ze komen terug, ze zijn nog jong en de kansen komen absoluut. Ze zijn op de weg terug en laten dat ook zien. Daar maak ik me absoluut geen zorgen over."

Van der Gaag ziet Jong Ajax als een mooie kans voor talenten om zich door te ontwikkelen. "Dat geldt voor deze twee spelers, maar eigenlijk voor iedereen. In het eerste worden andere dingen gevraagd. Het is Champions League-niveau, dus je moet er direct staan. Het woord betrouwbaar wordt vaak genoemd bij het eerste elftal. Bij ons kan en mag je nog fouten maken, maar bij het eerste wordt dat direct afgestraft."

Ünüvar (linksbuiten) en Hansen (spits) staan te boek als twee grote talenten uit de Ajax-jeugd. Ünüvar won vorig jaar de Abdelhak Nouri Trofee, de prijs voor het grootste talent uit de jeugdopleiding. Hij debuteerde vorig seizoen in Ajax 1 in de bekerwedstrijd tegen SV Spakenburg (7-0), waarin hij één keer scoorde. Hansen mocht in hetzelfde seizoen in de Eredivisie tegen ADO Den Haag (6-1) en in de beker tegen Telstar (3-4) invallen. Voor Ünüvar bleef het vooralsnog bij één optreden in de A-selectie.