Liverpool heeft vrijdagavond de volgende ronde van de FA Cup eenvoudig bereikt. Tegen een door corona volledig uitgekleed Aston Villa had de ploeg van Jürgen Klopp het een uur lang lastig, maar nadat Georginio Wijnaldum voor de tweede keer op de avond The Reds op een voorsprong schoot, was het verzet van de piepjonge thuisploeg gebroken (1-4).

Door een uitbraak van het coronavirus moest Aston Villa met een flink gewijzigde formatie spelen. Daardoor had de zeventienjarige Lamare Bogarde, het neefje van oud-voetballer Winston Bogarde gekregen van manager Dean Smith. Bogarde kon meteen aan de bak, want bij Liverpool stond wel gewoon een heel sterk elftal op de been: onder andere Wijnaldum had een basisplaats gekregen van manager Jürgen Klopp.

Bekijk ook: Liverpool rekent in vijf minuten af met jonkies Aston Villa

Uitgerekend de Nederlander was het die na een uur voetballen de ban brak voor Liverpool, dat via een kopbal Sadio Mané na vier minuten al op voorsprong was gekomen. Die treffer was zeer verrassend uit een spaarzame uitbraak (en tevens het enige schot op doel in de hele wedstrijd) ongedaan gemaakt vlak voor de pauze, waardoor The Reds zich bovenmatig moesten inspannen. Vlak voor Wijnaldums goal zag Salah zijn treffer nog afgekeurd worden.

Pas toen Wijnaldum met de binnenkant van de voet hard en laag raak schoot in de rechteronderhoek, was het verzet van de piepjonge thuisploeg gebroken. Drie minuten later hadden ook opnieuw Mané en Salah het net gevonden en kon het zich door de eerste zege na een nederlaag en twee remises opmaken voor de vierde ronde van het belangrijkste bekertoernooi. In de slotfase maakte na Bogarde ook Nederlander Sil Swinkels zijn debuut bij The Villans.

Overige uitslag:

Wolverhampton Wanderers – Crystal Palace 1-0