De videoscheidsrechter heeft voor de winterstop in de Eredivisie veertien fouten gemaakt, zo blijkt uit een evaluatie van de KNVB. In totaal greep de VAR in 126 wedstrijden 44 keer in. Acht keer leverde dat een verkeerde beslissing op. Zes keer greep de video-arbitrage niet in, waar dat wel had gemoeten.

De nieuw ingevoerde buitenspeltechnologie en zestienmetercamera's zijn bijna vierhonderd keer gebruikt. Dat leidde tot dertien extra ingrepen. Volgens coördinator scheidsrechterszaken Dick van Egmond heeft de nieuwe technologie zijn meerwaarde bewezen. "Door de inzet daarvan hebben we veel buitenspelsituaties beter kunnen beoordelen. Overigens blijkt daaruit wel dat de assistent-scheidsrechters hun werk erg goed doen. Ze hoeven maar zelden te worden gecorrigeerd."

De VAR greep het vaakst in bij een strafschopsituatie. Zo werden elf strafschoppen na ingrijpen van de VAR terecht toegekend en zes terecht teruggedraaid. "Hoewel elke fout er één te veel blijft, zijn we nog altijd op de goede weg", aldus Van Egmond. "In de eerste competitiehelft zijn er veertien echte fouten gemaakt. We hebben inmiddels de ervaring dat de scheidsrechter en de VAR ondanks het gebruik van de beelden onvermijdelijk toch inschattings- en beoordelingsfouten blijven maken. Duidelijk is wel dat de VAR het totale aantal fouten aanzienlijk beperkt."