PEC Zwolle stapte afgelopen zomer over van kunstgras naar gras, maar het gras dat er in de eerste seizoenshelft lag, was zó slecht dat er iets moest gebeuren. In de winterstop heeft de club het hersteld, door een deel van het mat te vervangen met nepgras, waardoor er een zogenoemde 'hybride' mat ligt. Daardoor moeten de problemen voor de tweede seizoenshelft in elk geval verholpen zijn.

Operationeel manager Jeroen van Leeuwen erkent dat er dingen zijn misgegaan in de behandeling van de grasmat. "Dat hebben ze foutief gedaan, waardoor sommige plekken twee keer behandeld zijn. In combinatie met die extreme warmte en regenval heeft die behandeling fout uitgepakt voor de beworteling", vertelt hij tegenover De Stentor. "Bij de oefenwedstrijd tegen Utrecht (in de voorbereiding op het seizoen, red.) sprongen de tranen me in mijn ogen. Er was gewoon niets meer over van onze mooie grasmat."

Hoe hard de club ook werkte aan een verbetering van de grasmat, die er op het oog wel mooi bijlag, maar amper bespeelbaar was: het veld werd steeds minder. "Remko Pasveer staat erom bekend dat hij zijn uittrap tot in de andere zestien krijgt. Bij ons kwam hij niet eens over de middenlijn", noemt PEC-aanvoerder Bram van Polen een voorbeeld. "Puur omdat zijn standbeen gewoon niet vast genoeg stond en hij niet hard kon doortrappen."

Omdat alles wat geadviseerd werd niet werkte, besloot de club in de winterstop toch weer over te gaan op een hybride grasveld. Kosten: anderhalve ton. Daarmee moeten de problemen zijn verholpen voor de tweede seizoenshelft, al heeft het de club een flinke bak met geld gekost. Het is onduidelijk of aannemer CSC-Greenfields een deel meebetaalt in de financiering van het hybride veld.