Adam Maher gold in het verleden als een vooral aanvallend ingestelde middenvelder, maar daar is dit seizoen weinig meer van over. Statistiekenbedrijf Opta kwam met het opmerkelijke feit dat van de 1160 balaanrakingen van de middenvelder van FC Utrecht er slechts één binnen de zestien was: de benutte strafschop tegen PEC Zwolle. Zelf kan Maher weinig met die statistieken.

"Ik vind het grappig dat mensen zich daarmee bezig houden", reageerde Maher tegenover het Algemeen Dagblad. "Ik neem vrije trappen en corners, dus dan kom ik inderdaad niet in het strafschopgebied. Koppen ga je dan niet. Je kan als controleur een keer in het zestienmetergebied komen, maar je moet ook op de balans letten. Nu probeer je gevaarlijk te worden met afstandsschoten en door in de buurt van het zestienmetergebied te komen."

Wanneer het over statistieken gaat, kijkt Maher liever naar zijn goede passing. "Daar ligt mijn kwaliteit, dat is de speler die ik ben. Ik verwacht van mezelf dat de passing goed is. Geen balverlies lijden, maar ook risico in mijn spel leggen en ballen zorgvuldig vooruit spelen." Toch zou Maher ook op tien kunnen spelen, zo vindt hij zelf. "In mijn eerste seizoen bij AZ kreeg ik ballen tussen de linies en zette ik van daaruit de buitenspelers aan het werk, om vervolgens zelf voor het doel te komen. Je kan van mij verwachten dat ik de ballen kan neerleggen waar ik dat wil. Dat verandert niet, alleen worden er nu andere dingen van me gevraagd."

"Ik speelde bij AZ drie jaar op tien en bij PSV drie jaar als box-to-boxspeler", vervolgde Maher. "Alles kost even tijd, maar alles went. Als er duidelijkheid is, maakt het ook niet uit waar je speelt. De trianer vindt dat ik het best tot mijn recht kom op deze positie en dat vind ik niet erg. Het staat steeds beter als team, dus het is goed zo."