Liverpool weet eindelijk weer eens wat winnen is. De zo geplaagde ploeg van Jürgen Klopp ging in de Premier League al driemaal oprij onderuit, maar kreeg dinsdagavond hulp van RB Leipzig. Twee verdedigende fouten van de Duitsers stelden The Reds in staat om via Mohamed Salah en Sadio Mané voor het eerst in februari te winnen én een uitstekende uitgangspositie te boeken (0-2).

Toch had het daar in de beginfase zeker geen schijn van, want al na vier minuten kreeg de thuisploeg een levensgrote kans via Dani Olmo. Na een voorzet van assistkoning Angeliño kopte de middenvelder snoeihard op de paal en ontsnapte Liverpool aan de volgende domper, van wie het er de laatste weken al zo veel te verduren kreeg.

Na het ongelukkige begin herstelde Liverpool, met Georginio Wijnaldum in de basis, zich gedurende de eerste helft wel weer. Het kreeg enkele kansen, maar was in de afronding voor de pauze te zelfzuchtig en had eenmaal de pech dat een voorzet waaruit wél werd binnengekopt, eerst over de achterlijn was geweest en dus een doeltrap werd in plaats van een treffer. Ook Leipzig-keeper Peter Gulacsi lag een aantal keer bijzonder nuttig in de weg.

Toch was de Hongaarse keeper in zijn thuisland, waar in Boedapest werd gespeeld vanwege de strenge coronaregels in Duitsland, in de tweede helft kansloos op het moment toen zijn verdedigers gingen klungen. Eerst strafte Salah een dramatische terugspeelbal van Marcel Sabitzer simpel af en vervolgens profiteerde Mané van ongekend geklungel van de naar Bayern München vertrekkende Upamecano (zie onder).

Het was de helpende hand die Liverpool in de zo moeilijke fase die het doormaakt meer dan nodig had en dan ook gretig aannam. Met de twee uitgoals en belangrijke overwinning kan Klopp zich ondanks de returnwedstrijd normaliter opmaken voor de kwartfinale van de Champions League en blijft het in elk geval nog in de race voor die prijs, iets dat in de Premier League momenteel niet (meer) aan de orde is door de slechte reeks.