Ronald Koeman zag dinsdagavond de deur naar de Champions League-prijs vrijwel zeker keihard dichtvallen tegen Paris Saint-Germain, maar kreeg in La Liga een dag later een nieuwe opening op een nationale prijs. Koploper Atlético Madrid was de laatste weken al beduidend minder dan in de eerste seizoenshelft en liet woensdagavond op bezoek bij laagvlieger Levante (1-1) opnieuw punten liggen in de titelstrijd.

Atlético Madrid staat weliswaar nog altijd een straatlengte voor op de achtervolgers, maar de laatste tijd kwamen de overwinningen al steeds moeilijker tot stand. De ploeg van Diego Simeone liet punten liggen tegen Celta de Vigo (2-2) en kroop afgelopen weekend bij Granada door het oog van de naald. Die matige reeks kreeg al snel een vervolg op bezoek bij Levante – dat recentelijk Real Madrid versloeg.

Het was geen goede les geweest voor stadgenoot Atlético, want al na goed een kwartier maakte Enis Bardhi het openingsdoelpunt namens Levante (zie onder). Het is de laatste weken al de zoveelste tegentreffer voor Atléti, dat met name verdedigend veel minder stabiel is dan in de weken dat het zo ver uitliep op de directe achtervolgers. Na ruim een half uur maakte Llorente net als afgelopen weekend weliswaar nog gelijk met enig fortuin, maar verder dan dat kwam het niet.

Vlak voor het einde schoot João Félix de bal nog wel tegen de touwen, maar deed dat in buitenspelpositie en dus keurde de VAR de treffer af. Dat het toch opgelucht kon zijn met een punt, was omdat Jan Oblak nog een fraaie redding in huis had diep in extra tijd. Met de tweede remise in de laatste drie duels krijgen achtervolgers FC Barcelona en Real Madrid nieuwe hoop, zeker omdat Levante komend weekend opnieuw Atlético Marid treft, dat Stefan Savic (hij pakte zijn vijfde gele kaart van het seizoen) dan ook nog eens moet missen.