Everton heeft voor de eerste keer sinds september 1999 weer eens in de competitie gewonnen op bezoek bij Liverpool. Op Anfield bleken doelpunten van Richarlison en Gylfi Sigurdsson voldoende voor een belangrijke zege: 0-2. Liverpool kan titelprolongatie door de nieuwe zeperd op zijn buik schrijven. Het verschil met koploper Manchester City kan zondag oplopen tot liefst negentien punten.

De gasten schoten uit de startblokken in het stadion van de rivaal en kwamen al na drie minuten spelen op voorsprong. Richarlison werd door James Rodríguez de diepte in gestuurd en de snelle Braziliaan bleef voor het doel van landgenoot Alisson Becker ijzig kalm: 0-1. Daarmee was meteen ook de ruststand bereikt in Liverpool, waar Georginio Wijnaldum een basisplek had.

Na de thee werd Jordan Pickford wat meer aan het werk gezet door de thuisploeg, maar de goalie van Everton had een uitstekende redding in huis op een inzet van Mohamed Salah. Liverpool moest daarna meer risico nemen en kreeg aan de overkant de rekening gepresenteerd. Dominic Calvert-Lewin werd in het zestienmetergebied naar de grond gehaald en de bal ging op de stip.

Dat buitenkansje werd in de 83e minuut uitgepakt door invaller Sigurdsson, die de eindstand bepaalde op 0-2. Door de nederlaag komt Liverpool steeds meer in de problemen in de Premier League. De ploeg van manager Jürgen Klopp kan de titel vergeten en moet zelfs aan de bak om de top vier te bereiken. Na 25 wedstrijden staat de titelhouder op de teleurstellende zesde plaats. Everton heeft evenveel punten en staat zevende.