Olympique Marseille heeft zich zondagavond geblameerd in de Coupe de France. De club waar het de laatste tijd al zo onrustig was, werd door amateurclub Canet Roussillon uitgeschakeld (2-1). Het is de volgende gigantische domper in het al zo tegenvallende seizoen. 

Nog zonder de nieuw aangestelde Jorge Sampaoli kwam de geplaagde ploeg al snel op achterstand, maar Arek Milik zorgde vlak voor het einde van de eerste helft voor de gelijkmaker. Het zorgde er echter niet voor dat de blamage voorkomen kon worden, want twintig minuten voor het einde zorgde Yohan Bai voor de absolute verrassing namens ploeg uit het vierde (!) niveau van Frankrijk. 

Het is een volgend hoofdstok in het toch al bizarre seizoen van Marseille. De slechte prestaties waren voor enkele boze supporters eind januari al aanleiding om het trainingscomplex van de club te bestormen. Daarbij ontstond zelfs brand door het massaal afsteken van vuurwerk. Ze wilden het ontslag van de clubleiding bewerkstelligen, wat uiteindelijk ook gebeurde. 

Trainer André Villas-Boas besloot eerder dit kalenderjaar om zijn ontslag uit te lokken. De Portugees werd op straat gezet nadat hij tijdens een opmerkelijke persconferentie zelf zijn ontslag aanbood. Villas-Boas was het niet eens met het sportieve beleid van de club. De komst van Olivier Ntcham, een speler die de trainer helemaal niet wilde, was de druppel die de emmer deed overlopen. Sampaoli wordt zijn opvolger, maar zal dus de beker niet meer winnen.