Ajax-trainer Erik ten Hag denkt dat de Amsterdammers hoge ogen kunnen gooien in de Europa League dit seizoen. De oefenmeester staat na de 3-0 zege op Young Boys met anderhalfbeen in de kwartfinale van het Europese toernooi en gelooft erin dat de finale net als in het laatste jaar onder Peter Bosz haalbaar is. "Er staat een team dat alle overgebleven clubs in de Europa League kan uitdagen."

Dat vertelt de oefenmeester tegenover RTL Nieuws. Ajax heeft zich als doel gesteld om zich sowieso bovenin Europa te profileren en zich te meten met de absolute topclubs. "Die ambitie is er. Maar we moeten steeds opnieuw beginnen", doelt de oefenmeester op het feit dat het elftal van Ajax iedere zomer sterkhouders verliest. "We proberen de lat zo hoog als mogelijk te leggen. Ieder dag weer. Met het eerste elftal maar ook met de scouting en opleiding."

Met jeugdspelers probeert Ajax het gat van vertrekkende spelers te dichten en doet dat vooralsnog met succes. Al helpt het ook mee dat ervaren spelers de laatste jaren naar Amsterdam zijn gekomen, weet Ten Hag. "In 2017 was het onvoorstelbaar dat spelers als Tadic en Blind vanuit de Premier League kwamen. Of dat er in de winterstop een spits als Sébastien Haller bijkwam. Zulke jongens nemen onze talenten mee."

Mogelijk dat Brian Brobbey daar anders over denkt: de jonge spits vertrok juist transfervrij uit Amsterdam, mede omdat hij met de komst van de sterke Franse spits minder perspectief heeft. Wel is hij momenteel nog belangrijk voor Ajax en scoorde nog tegen Young Boys. "Een voorsprong van 3-0 is een goede positie voor de kwartfinale. Structureel aanhaken bij de Europese top blijft de ambitie van Ajax. Het is lastig maar uitdagend hoe wij dat moeten doen", aldus Ten Hag.