Het is eind maart en Manchester City maakt nog steeds kans op vier hoofdprijzen. Zaterdag werd er in de kwartfinale van de FA Cup met 0-2 gewonnen van Everton en zodoende werd er een ticket voor de halve finales gegrepen. De twee doelpunten vielen in de slotfase.

Everton hield de boel goed dicht en gaf nauwelijks kansen weg aan de topclub, die in de eerste helft meer dan tachtig procent balbezit had. Everton creëerde zelf ook weinig en kwam in de eerste helft niet verder dan een omhaal van Richarlison die over het doel verdween. Na rust bleef Manchester City de betere ploeg. Het had echter wel de impulsen van Kevin De Bruyne nodig om de ban te breken.

De middenvelder begon als bankzitter aan het duel, maar werd in de tachtigste minuut ingebracht door Pep Guardiola. Dat bleek een goede zet van de Spanjaard. Vijf minuten voor tijd stoomde de Belgische middenvelder op, waarna de bal voor de voeten van Aymeric Laporte kwam. De bal verdween via de handen van keeper Virginia tegen de lat, maar de rebound was een prooi voor Ilkay Gündogan. De Duitse middenvelder kopte simpel de 0-1 in het lege doel en maakte al zijn twaalfde goal van 2021.

Everton moest daardoor risico's gaan nemen en gaf veel ruimte weg. Daar maakte City handig gebruik van. Rodri stuurde De Bruyne in de negentigste minuut diep en de Belg schoot in de korte hoek raak na een goede kapbeweging. Zodoende gaat Man City door naar de halve finales en maakt het met de Premier League, de League Cup, de Champions League en de FA Cup nog altijd kans op vier hoofdprijzen.