Sevilla is zaterdagavond op bizarre wijze ontsnapt aan een pijnlijke nederlaag bij Real Valladolid. De Nederlands getinte ploeg van trainer Julen Lopetegui leek met een 1-0 nederlaag terug te moeten naar huis, maar kwam diep in blessuretijd alsnog op gelijke hoogte. Doelman Yassine Bounou schoot Sevilla in de absolute slotfase naar een punt: 1-1.

Karim Rekik en Nemanja Gudelj mochten van Lopetegui in de basis beginnen, terwijl Luuk de Jong genoegen moest nemen met een plekje op de reservebank. Sevilla dicteerde de eerste helft, maar ging toch met een achterstand aan de thee. Vlak voor het verstrijken van het eerste bedrijf ging de bal op de stip en schoot middenvelder Fabian Orellana Valladolid op een 1-0 voorsprong.

Na de rust werden Rekik en Gudelj naar de kant gehaald en kwam De Jong als stormram binnen de lijnen. Dat bleek bijna een uitstekende zet van Lopetegui want de was dichtbij de gelijkmaker. Hij knikte echter op de paal. Daarna bleven de bezoekers uit Andalusië jagen op een puntje en dat kwam er alsnog. Diep in blessuretijd gaf Valladolid de punten op bizarre wijze ui handen.

Bij de laatste hoekschop was doelman Bounou naar voren gekomen. Dat leek echter voor niets te zijn, maar de defensie van Valladolid slaagde er toch niet in om de bal goed weg te krijgen. Bounou vond de bal zomaar voor zijn voeten en schoot 'm hard achter collega-doelman Roberto. Door het puntje blijft Sevilla de nummer vier van La Liga, terwijl Valladolid te vinden is op de zestiende plek.