Real Madrid heeft zaterdagmiddag gedaan wat het moest doen om de concurrenten in de Spaanse titelstrijd onder druk te zetten. Het won zonder al te veel problemen met 2-0 van laagvlieger Eibar. Een goed resultaat, zeker in de wetenschap dat Atlético Madrid morgen een lastige uitwedstrijd bij Sevilla te wachten staat.

Het leek er enkele maanden geleden niet op, maar de strijd om het kampioenschap is tien speelrondes voor het einde weer waanzinnig spannend. Koploper Atlético Madrid heeft de ruime voorsprong die het had volledig weggegeven, terwijl achtervolgers FC Barcelona en Real Madrid wél deden wat ze moesten doen. Voorafgaand aan deze speelronde was de achterstand van die twee ploegen op plek één respectievelijk vier en zes punten.

Voor Real was de wedstrijd tegen Eibar dan ook de eerste in een heel spannende fase. Niet alleen treft Atlético morgen nummer vier Sevilla, ook staat volgende week in Madrid de tweede Clásico van het seizoen op het programma. Tel daarbij op dat het voor én na deze topper ook nog de Champions League-affiches tegen Liverpool speelt. Dit maakte een zege op Eibar nog belangrijker, wat De Koninklijke dan ook begrepen leek te hebben. 

Een eerste doelpunt van Marco Asensio werd nog afgekeurd, maar vier minuten later was het diezelfde Spanjaard die alsnog zorgde dat Real met een voorsprong de rust in ging. Hij profiteerde van een slordig Eibar en maakte keurig af. In de tweede helft was ook Karim Benzema voor de zesde wedstrijd op rij trefzeker. Hij kopte een voorzet van Vincius Junior binnen en zette de eindstand van 2-0 op het scorebord. Zo kan Real in aanloop naar een cruciale week eerst rustig kijken hoe de concurrentie het ervanaf brengt.