Manchester City maakt zich op voor zijn vijfde kampioenschap in de Premier League. De ploeg van manager Josep Guardiola won zaterdagavond met 0-2 op bezoek bij Leicester City en is vrijwel niet meer de achterhalen door de concurrentie. Het verschil met nummer twee Manchester United is zeventien punten, al heeft de achtervolger na twee wedstrijden tegoed.

City kende voor de interlandperiode een uitstekende reeks en verloor alleen van aartsrivaal United. Guardiola gaf bij het ingaan van de interlandbreak al aan tegen Leicester graag door te willen stoten en dat gebeurde ook in het King Power Stadium. Al na vijf minuten dachten de gasten op voorsprong te komen. De treffer van Fernandinho werd echter afgekeurd omdat Sergio Agüero hinderlijk buitenspel stond.

Het elftal van Guardiola bleef jagen op de voorsprong en ook Kevin De Bruyne was dichtbij uit een vrije trap. Riyad Mahrez probeerde het daarna met een schot, maar Kasper Schmeichel hield zijn doel in de eerste helft schoon. Na de thee liet Leicester zich zien en moest Rúben Dias en schuiver van Youri Tielemans onschadelijk maken. Aan de overkant sloegen de bezoekers uit Manchester vervolgens toch toe.

Een schot van linksback Benjamin Mendy bleek Schmeichel te machtig en leverde de 0-1 op. Een kwartier voor tijd gooide de jarige Gabriel Jesus de wedstrijd op slot. Na een fraaie pass van De Bruyne kon de Braziliaan de 0-2 binnen schuiven. Nathan Aké, die de gehele wedstrijd op de bank bleef, kan samen met zijn ploeggenoten de champagne koud zetten. Voor nummer drie Leicester rest de strijd om een ticket voor de Champions League.