Liverpool heeft een flinke tik gekregen in strijd om een Champions League-ticket. De ploeg van Jürgen Klopp verspeelde op bezoek bij Leeds United kort voor tijd twee dure punten, waardoor het naast de vierde plaats in de Premier League grijpt. De Engelse topclub faalde om te profiteren van de zeperd van concurrent West Ham United.

Maandenlang moest er vooral gevreesd worden in en rond het stadion waar de laatste jaren juist een hegemonie ontstond. De Champions League-eindzege in 2019 en de oppermachtige landstitel in het daaropvolgende seizoen onderstreepten de wederopstanding van Liverpool, dat de jaren daarvoor nauwelijks mee kon doen om de knikkers. Lange tijd leek ook dit seizoen zo'n kleurloos jaar te worden.

De laatste weken was een herrijzenis van de ploeg van Jürgen Klopp aanstaande, maar Leeds kwam kort voor tijd na een kopbal van Diego Llorente op gelijke hoogte. Daarmee dompelde hij Liverpool alsnog in rouw. Voor rust had Sadio Mané de score geopend. De Senegalese aanvaller werd door Trent-Alexander Arnold vrijgezet voor het doel, waardoor hij de bal tegen het onbewaakte net kon plaatsen.

Het Nederlandse onderonsje tussen Georginio Wijnaldum en Pascal Struijk eindigde daarmee onbeslist. Liverpool profiteerde daarmee niet van de zeperd van concurrent West Ham United. De Londenaren bezetten al maandenlang de knappe vierde plaats, maar zetten die plek op het spel na een 3-2 nederlaag tegen Newcastle United. Liverpool kon op gelijke hoogte komen, maar moet nu met de haven in zicht genoegen nemen met een achterstand van twee punten én de zesde plaats op de ranglijst.