Kevin de Bruyne staat met Manchester City met één been in de finale van de Champions League. Woensdagavond won hij met 1-2 van Paris Saint-Germain en hij was ook nog eens trefzeker. Toch kijkt de middenvelder niet helemaal tevreden terug op de wedstrijd, gezien zijn ploeg de eerste helft nauwelijks iets in de melk te brokkelen had.

Tegenover Sporza laat De Bruyne weten dat hij de eerste tien minuten nog wel aardig vond van zijn ploeg. ''Maar daarna heeft PSG het initiatief overgenomen. Die tegengoal zag er niet goed uit bij ons. Sommigen hadden misschien wat last van de druk.''

Gelukkig voor de Belg kon hij halverwege de tweede helft de gelijkmaker produceren met een indraaiende voorzet, die door niemand werd aangeraakt. ''Ik probeer de bal op de juiste plaats neer te leggen voor mijn teamgenoten, maar ik weet dat zo'n indraaiende bal sowieso gevaarlijk is. Uiteraard is het een beetje geluk, maar dat pakken we toch mee.''

Bij de 1-2 was De Bruyne indirect ook belangrijk. Hij stond klaar voor een vrije trap, die hij vervolgens aan Riyad Mahrez gunde. De Algerijn schoot de bal vervolgens door de muur in het doel. Waarom gunde De Bruyne hem die bal eigenlijk? "Hij vroeg mij of 'ie hem mocht nemen. Ik zei tegen hem: 'dat mag, als je vertrouwen hebt in jezelf.'"

Lees ook: Man City overleeft lastig eerste uur en zet reuzenstap naar finale

Mocht Manchester City de finale halen, dan kan het voor het eerst in de geschiedenis van de club de Champions League winnen. Daarin zou het dan de winnaar treffen van de wedstrijd tussen Chelsea en Real Madrid. In eigen competitie lijkt de landstitel een formaliteit voor The Citizens. Bovendien werd afgelopen zondag de League Cup al gewonnen.