De UEFA heeft negen van de twaalf Super League-clubs weer in de armen gesloten. Dat maakte de bond vrijdagavond bekend. Met de clubs zijn afspraken gemaakt over 're-integratie'. Real Madrid, FC Barcelona en Juventus kunnen op een strengere aanpak rekenen.

Het gaat om negen clubs - te weten Manchester City, Manchester United, Liverpool, Tottenham Hotspur, Arsenal, Chelsea, Atlético Madrid, AC Milan en Internazionale. Het waren deze negen die na de ophef die ontstond rond de oprichting van de Super League al snel besloten zich terug te trekken en inmiddels spijt hebben betuigd. De negen tekenden vrijdag een zogenaamde 'Club Commitment Declaration', met daarin een plan tot re-integratie bij de UEFA.

De clubs zijn wel gestraft voor hun betrokkenheid bij de competitie. Zij zijn akkoord gegaan met een boete van vijftien miljoen euro, die zal worden besteed aan het jeugdvoetbal in Europa. Ook zal vijf procent van het prijzengeld uit Europese competities voor deze clubs worden ingehouden. Daarbij zijn zij ermee akkoord gegaan dat zij een boete van honderd miljoen euro moeten betalen, wanneer zij opnieuw meewerken aan een dergelijke competitie.

Waar de negen clubs akkoord zijn gegaan met de sancties, deden FC Barcelona, Real Madrid en Juventus dat niet. Hen staat daarom zwaardere maatregelen te wachten. Uitsluiting van deelname aan de Europese competities is een serieuze mogelijkheid.  

UEFA-voorzitter Aleksander Ceferin loofde de negen clubs om hun openlijke spijtbetuigingen, wat volgens hem een 'sterke organisatie' vereist. 'De clubs hebben hun fouten snel erkend en actie ondernomen om hun toewijding aan het Europese voetbal te tonen. Dat kan niet gezegd worden over de clubs die nog altijd betrokken zijn bij de zogenaamde 'Super League'. De UEFA zal gepaste maatregelen nemen tegen deze clubs.'