Atlético Madrid heeft zich op de slotdag van La Liga tot landskampioen gekroond. De Madrileense formatie domineerde het gehele seizoen de titelrace, maar moest in de slotfase van de competitie nog vrezen voor Real Madrid en FC Barcelona. De twee grootmachten konden Atlético na een 1-2 overwinning op Valladolid niet meer achterhalen. Uitgerekend Luis Suárez zorgde voor de winnende treffer.

Negen maanden geleden werd Suárez op het kantoor van de onlangs aangestelde Ronald Koeman geroepen. De Nederlandse oefenmeester had slecht nieuws: hij wilde verjongen bij FC Barcelona en maakte van de Uruguayaan zijn grootste slachtoffer. De ultieme wraak volgde zaterdagavond: Suárez schoot zijn Atlético naar een benauwde zege op Valladolid, waardoor de Rojiblancos de champagneflessen mochten ontkurken. Suárez zorgde met zijn 21ste treffer van het seizoen voor de winnende goal.

Bekijk hier alle uitslagen in La Liga

Lang moest Atlético vrezen dat het alsnog naast de titel zou grijpen. De laatste weken raakte de lange tijd ongenaakbare koploper in verval. Dat leek op bezoek bij Valladolid een vervolg te krijgen nadat Oscar Plano na achttien minuten de score opende. Pas na een uur spelen kwam Atlético op gelijke hoogte via Angel Correa. De treffer van Suárez verzekerde Atléti van de titel: voor het eerst sinds 2014 is de ploeg van Diego Simeone de beste van Spanje.

Het resultaat van de concurrentie maakte daardoor niet meer uit. Real Madrid boekte in extremis een zege bij Villarreal. Karim Benzema dacht na een uur spelen nog gelijk te maken, maar de VAR zette een streep door zijn treffer. Vier minuten voor tijd zorgde hij alsnog voor de 1-1, terwijl Luka Modric voor de 2-1 tekende. Het mocht echter niet meer baten.

FC Barcelona

Het FC Barcelona van Ronald Koeman was vorige week al uitgeschakeld in strijd om de titel. Met Frenkie de Jong en Sergino Dest in de basis boekte Barça pas in de slotfase van het bezoek aan Eibar een overwinning. Na 81 minuten schoot Antoine Griezmann zijn ploeg met een harde knal naar de drie punten. Koeman sluit zijn debuutseizoen als hoofdcoach daarmee af met zeven punten achterstand op Atlético.