Spanje was in de eerste helft van de EK-ontmoeting met Zweden werkelijk oppermachtig, maar tot een treffer leidde het nog niet. La Roja ondernam negen pogingen en had liefst 84 procent van het balbezit, maar toch slaagde Zweden erin om het doel schoon te houden. Een bizarre statistiek legt de dominantie van de Spanjaarden feilloos bloot.

Centrale verdediger Aymeric Laporte van de Spanjaarden verstuurde namelijk voor rust 62 passes, nipt meer dan ploeggenoten Pau Torres (61) en Jordi Alba (60). Alle drie de leden van het Spaanse verdedigingstrio troefden het totaal van het onmachtige Zweden daarmee af: de bezoekers in Sevilla verstuurden gezamenlijk 58 passes. Zelfs Spanje-keeper Unai Simón (11) completeerde in zijn eentje meer passes dan iedere andere Zweden-speler.

Volg Spanje - Zweden in ons liveblog!

In totaal kwam Spanje in de eerste 45 minuten tot 419 geslaagde passes. Nog nooit was een ploeg op het EK zó dominant in de eerste helft. Sinds statistiekenbureau Opta de EK-cijfers in 1980 begon te verzamelen, kon niemand aan de Spaanse machine tippen.

Spanje kreeg kort voor het bezoek aan de kleedkamer nog een uitgelezen kans om op voorsprong te komen, maar spits Alvaro Morata prikte de bal vanuit zeer eenvoudige positie naast. Na rust zal Spanje jagen op de eerste goal van de avond, waardoor het op gelijke hoogte zou komen met groepskoploper Slowakije. Dat land versloeg Polen verrassend (2-1).