In vele opzichten is er dit jaar sprake van een historisch EK. Ook op het gebied van eigen doelpunten. Het merkwaardige eigen doelpunt van de Slowaakse doelman Martin Dúbravka was alweer de zevende (!) van dit toernooi. Dat is evenveel als op de laatste vijf EK's bij elkaar!

Dúbravka hielp Spanje op weg toen hij een bal over zijn eigen doel wilde tikken, maar per ongeluk juist het net in sloeg. In dezelfde wedstrijd werd dezelfde doelman later ook nog gepasseerd door ploeggenoot Juraj Kucka. Zij waren niet de enige die de tegenstanders op weg hielp: liefst zes spelers gingen hen dit toernooi al voor. Dat begon al in de openingswedstrijd, toen de Turkse verdediger Merih Demiral met een eigen doelpunt voor de eerste treffer van het toernooi zorgde. 

Ook keepers Wojciech Szczesny (Polen) en Lukas Hradecky (Finland) gingen al de fout in. De meeste eigen doelpunten werden echter gemaakt in de toppers in groep F, de Poule des Doods. Mats Hummels was de schlemiel door Frankrijk in de openingswedstrijd langs Duitsland te helpen en in de tweede wedstrijd werden de Duitsers zelf juist geholpen door eigen goals van Portugezen Rúben Dias en Raphaël Guerreiro. 

Inmiddels staat de teller dus op acht, wat een historisch aantal is. Nog nooit werden er op één EK zoveel eigen doelpunten gemaakt - en dat terwijl we nog maar in de groepsfase zitten. Sterker nog, het zijn er nu al meer dan in 2000 (1), 2004 (2), 2008 (0), 2012 (1) en 2016 (3) bij elkaar...