Henk Fraser werd afgelopen week gepresenteerd als assistent-trainer van Louis van Gaal bij het Nederlands elftal. Volgens velen een keuze mede vanwege zijn achtergrond, iets dat de nieuwe bondscoach zelfs bevestigde: hij wil minimaal iemand met een andere achtergrond hebben in de staf. Volgens Fraser is dat echter niet de reden dat ze bij hem gekomen zijn.

"Helemaal niet", is Fraser duidelijk tegenover Voetbal International. "De KNVB heeft de Commissie Mijnals in het leven geroepen, omdat de cijfers aangeven dat de diversiteit in leidinggevende functies in het voetbal een stuk minder is. Die constatering is stap één. Maar in mijn gesprekken met de KNVB heb ik geen moment gemerkt dat mijn afkomst een rol heeft gespeeld. Dat verhaal ging leven in de buitenwereld, maar niet bij onszelf."

De verwachting is wel dat Fraser middenin de groep zal staan. "Veel spelers ken ik al van het EK Onder-21 in Israël, in 2013. Met Memphis heb ik ook in de PSV-jeugd gewerkt, met Wijnaldum bij Feyenoord. Dat zal het makkelijker maken, als we straks gaan beginnen", denkt de oefenmeester, die nog altijd een goede relatie heeft met de twee sterkhouders van het Nederlands elftal.

Lees ook: Van Bronckhorst over Fraser-rol: "Weet niet of ik dat zou willen"

Dat Fraser goed kan omgaan met verschillende culturen, erkent hij wel. "En dat is inclusief de Nederlandse cultuur. Waarin ook niet iedereen altijd even makkelijk is. Zoals dat voor alle culturen opgaat. We hebben allemaal onze goede dingen én onze eigenaardigheden. En ik ben een mix van Nederlandse en Surinaamse gewoontes. Het gekke is: als ik zeg dat ik roti lekkerder vind dan stamppot, zal daar commentaar op komen. Dat vind ik wel lastig aan onze huidige samenleving: van werkelijk álles wordt een fokking probleem gemaakt. Terwijl ik van beide landen en culturen houd."