Devyne Rensch maakt een komeetachtige ontwikkeling door. De achttienjarige verdediger debuteerde nog geen jaar geleden voor Ajax en mag zich nu ook international noemen. Oud-voetballer Peter van der Horst, die Rensch jarenlang heeft getraind bij amateurclub VV Unicum, denkt dat de jonge Ajacied nog maar op 60 procent van zijn kunnen zit.

Rensch debuteerde dinsdagavond in de met 6-1 gewonnen WK-kwalificatiewedstrijd tegen Turkije in het Nederlands elftal. Zijn vuurdoop luisterde hij op met een assist op Donyell Malen, die het zesde Oranje-doelpunt voor zijn rekening nam. "Ik begrijp dat mensen zich afvragen of het allemaal niet te hard gaat. Ik vind dat niet. Sterker, ik ben van mening dat hij nog maar op 60 procent van zijn kunnen zit. Er zit nog zoveel potentie in", zegt Van der Horst tegen De Stentor.

Ajax lijkt niet het plafond van Rensch te zijn. Zoals zoveel voetballers droomt de verdediger van FC Barcelona. "Die droom heeft elk jochie. Het verschil met Devyne is: voor hem is het wellicht haalbaar. Nu speelt Sergiño Dest daar. Maar laten we eerlijk zijn: daar hoeft Devyne niet onder voor te doen. Ik denk dat hij nu al een stap verder is", aldus Van der Horst.

Het is Rensch niet allemaal komen aanwaaien. Zo had de verdediger op twaalfjarige leeftijd zo veel last van groeipijnen in zijn hak dat hij meer dan een jaar aan de kant stond. Rensch knokte zich terug en kwam bij Jeugdplan Nederland terecht kwam. "Daar viel Devyne, een exceptioneel talent, direct op. Niet alleen voetballend gezien. Ook door zijn motoriek en manier van lopen. Net een antilope. Ik vergelijk hem niet voor niets met Frank Rijkaard. Verder was hij slim, rustig en ontzettend snel. En hij heeft een goede techniek en is tweebenig."