Het Nederlands elftal beleefde een matig bezoek aan Letland. Op bezoek in Riga kwam de ploeg van bondscoach Louis van Gaal kwam voor rust op voorsprong dankzij Davy Klaassen, die daarmee direct de eindstand op 0-1 bepaalde. De aanvallende onmacht van het Nederlands elftal werd pijnlijk samengevat in een opmerkelijke statistiek.

Tegen Letland schoot Oranje namelijk slechts vier keer tussen de palen. Dat is aanzienlijk minder dan het gemiddelde van de eerste zes WK-kwalificatieduels. In de eerste zes kwalificatieoptredens nam het Nederlands elftal 66 keer het vijandelijke doel onder vuur. Dat betekent een gemiddelde van elf schoten op doel. Tegen Letland werd dus zeven keer minder de trekker overgehaald.

Lees ook: Oranje op rapport: zes onvoldoendes

Grote kansen op meer treffers kreeg het Nederlands elftal ook niet. Na de treffer van Klaassen namen Steven Berghuis en Memphis Depay het doel  vanaf afstand onder vuur, maar daar brachten zij de doelman niet in de problemen. Letland kreeg in de slotfase nog de grootste kans van de tweede helft. Met een katachtige redding voorkwam Justin Bijlow echter een gelijkmaker.

Het Nederlands elftal hield uiteindelijk stand. Ondanks het lage aantal kansen was bondscoach Louis van Gaal tevreden. "Wij hebben vijftien kansen gehad, zij vier. Bovendien hadden we 75 procent van het balbezit. Dat had ik voorspeld", zei Van Gaal tegen de NOS.